Ecologische zoekhonden ruiken wat mensenogen vaak ontgaat. Zo leveren ze waardevolle bijdragen aan wetenschap én natuurbehoud.
Voor biologen en ecologen is het vaak een uitdaging om de soorten die ze bestuderen in het wild terug te vinden. Sommige dieren laten zich zelden zien, leven onder de grond of komen slechts in kleine populaties voor. Ecologische zoekhonden maken het werk van deze onderzoekers dan ook een stuk eenvoudiger. Ze zijn getraind om specifieke planten- en diersoorten – of hun sporen – op te sporen. Dankzij hun scherpe neus kunnen wetenschappers gegevens verzamelen die anders nauwelijks beschikbaar zouden zijn.
Zeldzame kever
Het is ongeveer tien jaar geleden dat in Vlaanderen de eerste stappen in ecologisch zoekwerk met honden werden gezet. Het begon allemaal met een telefoontje van Arno Thomaes, wetenschapper bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Arno doet onderzoek naar het vliegend hert: de grootste kever van ons land. Hoewel het insect wel meer dan 9 centimeter lang kan zijn, is het moeilijk te spotten. Het leeft namelijk drie jaar onder de grond als larve, om dan slechts enkele weken boven de grond als kever door het leven te gaan. Daarbovenop is het vliegend hert zeldzaam in Vlaanderen; er zijn slechts enkele kleine populaties. Zoeken naar zo’n soort is als zoeken naar een speld in een hooiberg. Arno had echter gehoord dat in Italië zoiets als ecologische zoekhonden bestond. Hij vroeg zich af of het ook mogelijk zou zijn honden in te zetten om zijn studieobject in het wild op te sporen.

Zo kwam hij terecht bij Ellen Van Krunkelsven: bioloog én hondentrainer bij de federale politie. Met andere woorden: de geknipte persoon om zijn idee mee te verkennen. Al vanaf dat eerste telefoontje met Arno was Ellen enthousiast. Ze schafte een Mechelse herdershond aan die ze speciaal zou opleren tot ecologische zoekhond. “In het begin wisten we helemaal niet of honden de larven van het vliegend hert zouden kunnen onderscheiden van gelijkaardige soorten, zoals die van de neushoornkever”, vertelt Ellen.
Groeiende interesse
Ellen verdiepte zich in de wereld van het eco-speurwerk met haar Mechelse herder Smokey. Ze startte ook een haalbaarheidsstudie met een thesisstudent van Odisee Hogeschool, onder begeleiding van onderzoeker en docent Hilde Vervaecke. “We wilden onderzoeken of honden getraind kunnen worden om larven van het vliegend hert op te sporen”, vertelt Hilde. “Een van mijn studenten werkte met een tienjarige asielhond die ze op latere leeftijd had geadopteerd. Ook ik deed mee met een ex-straathondje van elf jaar.” Een student van hogeschool VIVES voerde dezelfde studie uit, maar dan op otteruitwerpselen. Hoewel de honden geen eerdere ervaring hadden in detectiewerk, bleek het pilootproject een succes.
Daarop vroeg het INBO aan Ellen om meer zoekteams op te leiden om ook andere soorten op te sporen. “Deze vrijwilligers en hun honden kregen elk een of meer diersoorten toegewezen,” zegt Ellen.

Aanvankelijk speurden de zoekteams naar acht verschillende dier- en plantensoorten. “In de loop der jaren is die soortenlijst uitgebreid, bijvoorbeeld toen de wolf terugkeerde naar Vlaanderen,” zegt Ellen. Het INBO wilde weten wat wolven eten. Carina Depape en haar Flatcoated Retriever Wietse, één van de vrijwillige zoekteams, specialiseerden zich in het opsporen van wolvenuitwerpselen. Guido Franssen en zijn hond Kiki zetten dit werk verder zodra Wietse op pensioen ging. “Uit de analyses bleek dat wolven vooral reeën eten, gevolgd door everzwijnen en klein wild”, zegt Guido. “Vee stond pas op de vierde plaats.”
“Dankzij het speurwerk van ecologische zoekhonden konden wetenschappers in kaart brengen wat wolven in Vlaanderen eten”
Line-up met potten
We weten allemaal dat honden een ongelooflijk gevoelige neus hebben. Goed kunnen ruiken en die neus voor een specifiek doel gebruiken, zijn echter twee verschillende dingen. Guido legt uit hoe hij Kiki leerde speuren naar wolvenuitwerpselen. “Kiki’s trainingsgeur is de geur van een rode Kong, een hondenspeeltje. Aanvankelijk leerde ik haar naar deze geur te zoeken. Zodra ze dat onder de knie had, sneed ik de Kong in stukjes en liet ik haar steeds kleinere deeltjes opsporen. Na verloop van tijd gebruikte ik de rode Kong om haar op nieuwe geuren te trainen, bijvoorbeeld de geur van wolvenuitwerpselen. Het werkt zo: ik zet een aantal potten in een line-up, waarvan één zowel een stukje Kong als een wolvendrol bevat. Kiki moet die pot uit een reeks potten kunnen detecteren, en dat herhaal ik enkele keren totdat ze het principe begrijpt. Daarna verdwijnt het stukje Kong en blijft alleen de wolvendrol over. Vervolgens trainen we totdat ze altijd de juiste pot aanwijst. Om het lastiger te maken, voeg ik geleidelijk ‘afleidingsgeuren’ toe in de andere potten, zoals uitwerpselen van honden, katten, reeën en everzwijnen. Pas wanneer Kiki consequent de wolvendrol vindt, zijn we klaar om in de natuur te gaan zoeken.”
Het echte werk
Tijdens een zoektocht laat Kiki meteen zien dat ze iets heeft gevonden: ze neemt een specifieke houding aan zodra ze een wolvendrol detecteert. “Zo weet ik dat ze raak heeft. Af en toe keren we terug naar de line-uptraining met potten, bijvoorbeeld als Kiki een fout maakt of wanneer ik haar een nieuwe geur wil aanleren.” Dankzij deze methode heeft Kiki inmiddels verschillende geuren aan haar repertoire toegevoegd. “Ze is getraind om hamsters, hazelmuizen en nesten van de rode bosmier op te sporen”, zegt Guido.

Slachtoffers van windmolens
Vandaag zijn er in Vlaanderen 17 actieve zoekteams die samen 13 dier- en plantensoorten opsporen. De toepassingen zijn uiteenlopend: zo worden ecologische zoekhonden bijvoorbeeld ingezet om vogels en vleermuizen die door windmolens verongelukten te detecteren. “Vanuit Europa is er de verplichting om te monitoren hoeveel slachtoffers windmolens veroorzaken”, legt Ellen uit. Omdat windmolens soms in dichtbegroeid gebied staan, zijn de slachtoffers niet altijd zichtbaar op de grond. “Een ecologische zoekhond kan dan van pas komen.”

Otters spotten
Vandaag werkt Ellen voornamelijk met Pablo, een Beierse bergzweethond. Hij speurt onder andere naar otteruitwerpselen. “De otter was lange tijd verdwenen uit België,” vertelt Ellen. “Het is een toppredator die in rivieren leeft en zich voornamelijk met vis voedt. Decennialang was het water vervuild, waardoor de otter volledig verdween uit ons land. Dankzij inspanningen om de waterkwaliteit te verbeteren en onze waterlopen leefbaarder te maken, is de otter sinds een tiental jaar terug. Hij verspreidt zich langzaam opnieuw.”

Kadavers van zwijnen
Bijna alle honden kunnen speuren. Sommige rassen hebben daarbij wel een streepje voor, omdat ze al eeuwenlang geselecteerd zijn op hun speurkwaliteiten – denk aan de Beierse bergzweethond of de Engelse springerspaniël. Maar je kunt dus ook aan eco-zoeken doen met zowat elk type hond. “In Duitsland heb ik bijvoorbeeld al teckels en zelfs een kuddebewakingshond aan het werk gezien”, vertelt Hilde. “Die werden ingezet om kadavers van everzwijnen op te sporen. Daar circuleert momenteel varkenspest bij wilde zwijnen, wat een bedreiging vormt voor de varkensindustrie – een sector die ook in Vlaanderen groot is. Daarom heeft de Vlaamse overheid ons gevraagd een protocol uit te werken waarmee zoekteams kunnen klaargestoomd worden die varkenskadavers kunnen vinden, zodat we voorbereid zijn als het virus hier opduikt.”
“Studies tonen aan dat snuffelen gelukshormonen vrijmaakt bij honden. Snuffelen op zich is dus al belonend”
Plezier
Snuffelen is voor honden natuurlijk gedrag. Of het nu recreatief of professioneel gebeurt, de meeste honden vinden het heerlijk om te doen. “Precies daarom vinden zoveel mensen speuren zo leuk: hun hond doet het met plezier”, zegt Hilde. “Daarnaast tonen studies aan dat snuffelen gelukshormonen vrijmaakt bij honden. Snuffelen op zich is dus al belonend.”
“Bovendien is detectiewerk een discipline waarbij je je hond veel initiatief mag geven,” voegt Ellen toe. “Je weet immers zelf niet vooraf waar en of je een vondst zult doen. Je moet dus volledig op je hond vertrouwen.”

Samenwerking tussen hond en mens
Wat begon met de zoektocht naar een zeldzame kever, groeide in tien jaar tijd uit tot een professioneel netwerk van ecologische zoekteams. Hun werk levert cruciale kennis op voor onderzoekers, helpt beleidsmakers bij natuurbeheer en laat vooral zien hoe bijzonder de samenwerking tussen mens en hond kan zijn.
Tekst en foto’s: Evi Maveau



