Hondenrassen: vroeger en nu

bulterrier-evolutie

Lijken hondenrassen nog op hun voorouders?

Advertentie

Doorheen de geschiedenis ging de mens verschillende hondenrassen fokken, steeds met een specifiek doel voor ogen. Maar hoe zit het vandaag? Zijn al deze honden nog steeds
“fit for function”?

De hond is op fysiek vlak één van de meest gevarieerde diersoorten op aarde. De afgelopen decennia erkende de Fédération Cynologique Internationale (FCI, een wereldwijd overkoepelend orgaan op vlak van kynologie) 356 hondenrassen, die zich van elkaar onderscheiden door hun herkomst, geschiedenis, lichaams-, been-, oor-, vacht- en staartlengte, gewicht, vacht- en oogkleur. Waarom is er zoveel variatie in hondenrassen? Welke invloed hebben deze uiterlijke kenmerken op het functioneren van onze trouwe viervoeters? En hoe vullen de verschillende rassen die functie vandaag in? 

99,9% genetische overeenkomst
Of het nu gaat om een chihuahua, een border collie of een rottweiler, ze stammen allemaal af van dezelfde wolfachtige voorouders. Honden en wolven hebben een genetische overeenkomst van om en bij de 99,9 procent. Ze zijn met andere woorden nog nauwer verwant met elkaar dan wij dat zijn met de bonobo’s. Terwijl wolven vrij consistent zijn in vorm, grootte en uiterlijk, zijn honden dat allesbehalve. Ook in de omgang en qua gedrag zijn de twee anders. Al deze verschillen zijn het resultaat van genetische veranderingen door domesticatie, selectie en evolutie.

Van wolf naar couch potato
Diversiteit in vorm, gewicht, kleur, vachttype, oorlengte enzovoort: het zijn allemaal duidelijke visuele indicatoren van hoe zelfs kleine genetische veranderingen een opmerkelijk effect kunnen hebben op het uiterlijk en de gehele biologische ontwikkeling van honden. Die variatie is te danken aan de tussenkomst van de mens, die meer dan 40.000 jaar geleden de hond als metgezel omarmde.
Het waren de voorouders van onze viervoeters die toenadering zochten, vermoedelijk voor eten en andere voordelen. Onze voorouders moedigden de dieren dan weer aan om te blijven, niet alleen omdat ze goed gezelschap waren. Deze viervoeters bleken ook uitstekende jagers, hoeders en wakers te zijn. Geleidelijk aan wisten honden te wennen aan mensen, die op hun buurt de handige eigenschappen en het uiterlijk van deze dieren gingen bijschaven. 

bulterrier-evolutie
Links: de bulterriër nu. (© Shutterstock) Rechts: de bulterriër in 1915. (©W. E. Mason – Dogs of all Nations)

Selectie 
Honden werden selectief aan elkaar gekoppeld, in de hoop dat ze hun innerlijke en uiterlijke kwaliteiten zouden doorgeven aan het nageslacht. Zo lukte het om op korte tijd meerdere generaties te kweken, waarbij de verandering in uiterlijk en gedrag duidelijk zichtbaar werd. Deze manier van werken had als doel om goede jagers, bewakers en herders, maar ook om mooi ogende honden voort te brengen. 
Duizenden jaren later lijken veel rassen nauwelijks nog op hun wolfachtige voorouders. Ze variëren niet alleen enorm in lengte, breedte, gedrag en kleur. Archeologische vondsten tonen ook aan dat de domesticatie van de hond leidde tot opmerkelijke veranderingen in de schedelvorm en een verkorting van de snuit.

(On)wenselijke eigenschappen
Tot de negentiende eeuw werden veel honden specifiek gefokt om te voldoen aan functionele behoeften. Jagers als de greyhound werden geselecteerd op lange benen en explosieve atletische capaciteiten. Herders als de bordercollie moesten gehoorzamen en stevig wat doorzettings- en uithoudingsvermogen hebben. Bij de gezelschapshonden waren de mentale en fysieke kwaliteiten ondergeschikt aan het uiterlijk. In tegenstelling tot de werkhonden, waren deze viervoeters zachtaardiger van karakter en kleiner van gestalte.   
Omdat de meeste honden vandaag een functie hebben als gezinshond, zijn niet alle eigenschappen die we gaandeweg aan rassen toegekend hebben nog wenselijk. Denk maar aan een bordercollie die de kinderen hoedt, of een jackrussellterriër die gaten graaft in de tuin, op zoek naar konijnen, muizen en andere dieren waar hij vroeger op jaagde. Begrijpen waarvoor onze honden oorspronkelijk gefokt werden, kan nuttig zijn in onze zoektocht naar een harmonieuze relatie.

Focus op de buitenkant
Doordat het kweken van honden in de negentiende eeuw steeds meer in kaart gebracht werd, kwam er ook een duidelijke focus op het uiterlijk van de dieren. Zo ontstonden er stamboeken en stambomen om fokgegevens te documenteren. Ook het toenemend aantal hondenshows zorgde ervoor dat niet alleen de fysieke kwaliteiten van honden in de verf gezet werden, maar ook de uiterlijke verschijning. 
Sindsdien hebben onze trouwe viervoeters een enorme evolutie doorgemaakt, wat duidelijk zichtbaar is op de foto’s in het boek Dogs of All Nations. Dit naslagwerk portretteert verschillende hondenrassen die in 1915 deelnamen aan de Panama-Pacific International Exposition in het Amerikaanse San Francisco. Zo evolueerde de bulterriër de afgelopen eeuw van een atletische, gespierde hond naar een viervoeter met een “buikje” en vervormde schedel, met fysieke (te veel tanden) en mentale problemen (dwangmatig achter de staart jagen) tot gevolg. 

Engelse-buldog-vroeger-en-nu
Links: de Engelse buldog nu. (©Shutterstock). Rechts: de Engelse buldog ongeveer 100 jaar geleden. (© Dogs of All Nations)

Platte snuit
Een andere opmerkelijke evolutie van de afgelopen eeuw zijn de verkorte snuiten van de mopshond, Franse buldog, boxer en andere rassen. Ook deze evolutie heeft problemen met zich meegebracht. Zo verkeren honden met een te korte snuit vaak in ademnood, waardoor het voor hen ook moeilijker wordt om hun lichaamstemperatuur onder controle te houden. 
Terwijl de snuiten van sommige viervoeters korter werden, kregen andere honden – waaronder de teckel – een langer lichaam. Ook de basset hound onderging een metamorfose. In vergelijking met honderd jaar geleden heeft dit ras een langer lichaam, grotere oren en meer huidweefsel gekregen, wat allemaal gepaard gaat met de nodige kwaaltjes. 

duitseherder
Links: de Duitse herder nu met een aflopende rug. (© Shutterstock) Rechts: De Duitse herder meer dan 100 jaar geleden met rechte rug (© Dogs of All Nations)

Fit for function 
De Engelse buldog is en blijft het meest frappante voorbeeld van wat de modegrillen van de afgelopen decennia met honden kunnen aanrichten. Door zijn te misvormde lichaam, kan dit ras zich niet langer op een natuurlijke manier voortplanten. Stilaan rijst zelfs de vraag of het nog verantwoord is om deze honden te kweken.
Gelukkig grijpt de FCI in, door te keuren volgens de fit-for-functionmethode. Joël Vanlerberghe, organisator van Eurodogshow en keurmeester voor enkele rassen uit groep 2 (de rasgroep van de pinschers, schnauzers, molossers en sennenhonden) is bijzonder blij met dit initiatief.  

De kunst van het keuren
Wie deelneemt aan een hondenshow, laat zijn of haar hond beoordelen door een zogenaamde keurmeester. ‘Veel mensen denken nog te vaak dat keurmeesters alleen oog hebben voor het uiterlijk’, vertelt Joël. ‘Uiteraard moet een hond zijn fysieke verschijning ongeveer overeenkomen met die van de rasstandaard, maar de gezondheid en functionaliteit van het dier zijn even belangrijk.’ 
‘Elke viervoeter die we goedkeuren beschikt over een gezond gestel’, bevestigt Joël. ‘Hij mag niet te mager, maar ook niet te dik zijn en moet de functie waarvoor hij geboren is kunnen uitoefenen. Een dogo argentino moet spieren hebben om te kunnen jagen en een cane corso moet over de nodige capaciteiten beschikken om te kunnen waken. Daarom focussen we met fit for function op het algemene welzijn en functioneren van honden.’

Advertentie
Siberische husky keuren
Keurmeesters hebben vandaag meer aandacht voor de gezondheid van de hond (© Shutterstock)

Het ideaalplaatje 
‘Bij iedere keuring moeten we ons de vraag stellen of de hond zowel innerlijk als uiterlijk voldoet aan het volledige plaatje. Beantwoordt een viervoeter aan de rasstandaard? Elk ras heeft er één die opgemaakt is door het land van herkomst. Zo’n rasstandaard bevat een aantal regels of raspunten, die het ras beschrijven. Het zijn deze aandachtspunten die een keurmeester gebruikt om te bepalen in hoeverre een hond dit ideaalbeeld benadert.’
‘De ontwikkeling van een duidelijke en vooral aanvaardbare rasstandaard kan overigens vrij snel gaan’, weet Joël. ‘Op tien jaar tijd of twintig à dertig generaties later is een ras in principe voldoende geëvolueerd om in aanmerking te komen voor erkenning. Op dat moment moet er wel een duidelijk beeld zijn van de voorwaarden waaraan het ras moet voldoen. Als dat er is, wordt het nieuwe hondenras naargelang zijn functie in één van de tien FCI-rasgroepen ondergebracht.’
Joël heeft naar eigen zeggen gedurende zijn carrière nog nooit een perfecte hond gezien. ‘Dat is in principe ook onmogelijk. Ofwel is er een afwijking qua karakter, ofwel qua uiterlijk. De algemene gezondheid is ook belangrijk. Om die zo goed mogelijk te bepalen, kunnen we rekenen op de assistentie van een dierenarts.’  

Buitenlandse broodfokkers
Hoewel het pas de laatste jaren uitgebreid onder de aandacht komt, is fit for function geen nieuw concept. ‘Elke goede kweker en keurder volgt de richtlijnen op om gezonde en fitte honden te promoten. Alleen neemt niet iedereen het even nauw met de regels. Denk maar aan de tienduizenden honden die jaarlijks vanuit het buitenland ons land binnenkomen. Deze dieren zijn het resultaat van willekeurig kweken, waarbij amper aandacht besteed wordt aan innerlijke en uiterlijke kenmerken. Deze praktijken hebben een ongezonde trend in de hand gewerkt, die tot op de hondenshows en -beurzen zichtbaar is.’
Eén van die kwalijke trends is de opmars van kortsnuitige honden. ‘Ze belandden de afgelopen jaren ook vaker op hondenshows’, beweert Joël. ‘Omdat er zoveel honden circuleerden met een te korte snuit, werd het voor ons steeds moeilijker om ze te weigeren of af te keuren. Moesten we dat wel doen, dan bleven er bijna geen deelnemers meer over. In die zin heeft het commerciële circuit ook een kwalijke rol gespeeld in het professionele circuit.’

‘Na twintig à dertig generaties is een ras in principe voldoende geëvolueerd om in aanmerking te komen voor erkenning door de FCI’

Reukorgaan 
‘Vergeet ook niet dat keurmeesters vaak verschillende rassen onder de loep nemen, waarvan het ene hem of haar al bekender is dan het andere’, gaat Joël verder. ‘In dat opzicht zijn we de laatste decennia voor de korte snuiten misschien niet consequent genoeg geweest, want het reukorgaan heeft voor de hond een bijzonder belangrijke functie. Hij ruikt beter dan dat hij hoort en ziet. Als dat reukorgaan zoals bij veel kortsnuitige honden slecht werkt of helemaal wegvalt, dan beperkt het de leefwereld van deze dieren.’

Aandacht voor welzijn
De laatste jaren en zeker tijdens de coronacrisis is het aantal hondeneigenaars enorm toegenomen. Hoewel velen eraan beginnen met de beste bedoelingen, is het voor sommige mensen toch een hele opgave om een goede band met hun viervoeter op te bouwen. Daarom wil Joël onder andere tijdens de jaarlijkse Eurodogshow het welzijn van viervoeters meer in de kijker zetten. ‘Met fit for function meer onder de aandacht te brengen, helpen we mensen om hun hond een goed leven te geven en ongewenst gedrag te vermijden. Tijdens de meest recente editie van de Eurodogshow was er naast de show ook een beurs waar bezoekers terechtkonden voor allerhande informatie over de stamboom, hondengedrag en de mogelijkheden om met viervoeters te werken.’ 

‘Vandaag vervullen de meeste honden de rol van gezinshond. De eigenschappen die we er gaandeweg in gefokt hebben, zijn niet allemaal meer wenselijk’

Huishonden 
Vandaag zijn de meeste honden huisgenoten. Die hebben ook een functie, namelijk functioneren in het gezin. ‘De tijd dat bouviers de koeien bij elkaar moesten houden, en de herders de schapen moesten hoeden ligt al ver achter ons. Hoewel deze honden hun oorspronkelijke functie kwijt zijn, bezitten ze nog steeds de eigenschappen om het werk uit te voeren.’
‘Daarom is het belangrijk om deze viervoeters de nodige fysieke en mentale uitdagingen geven, zodat ze beter kunnen functioneren binnen het gezin’, benadrukt Joël. “Denk maar aan speuren, flyball en andere hondensporten. De meest gehoorzame en intelligente dieren kunnen ook uitstekend functioneren als hulp- of therapiehonden. Op die manier krijgen de viervoeters voldoening in het leven én kunnen ze tegelijkertijd aangename huisgenoten zijn.’ 

Optimale levensstijl
Om mensen en honden te ondersteunen in hun weg naar een zorgeloos en harmonieus leven, lanceerde Eurodogshow samen met de Kwispelcoach de website gezinshonden.be Hier kan je niet alleen terecht voor info over hoe je het beste kunt omgaan met je hond en wat je kunt doen om zijn leven aangenamer te maken. Ook onderwerpen als voeding, medische zorg en andere nuttige info voor hondeneigenaars vind je er, allemaal verpakt in handige en vooral interessante filmpjes. Een aanrader voor iedereen die samen met zijn of haar viervoeter een optimale levensstijl nastreeft!

TEKST: Annick Hus
FOTO’S: Shutterstock

Schrijf je nu in
voor de nieuwsbrief

En ontvang het allerlaatste hondennieuws rechtstreeks in je inbox.

Winkelwagen
[profilepress-registration id="2"]
[profilepress-login id="2"]