OORSPRONG
In de jaren ’80 kreeg de Australian Guide Dog Association een aanvraag van een blinde vrouw uit Hawaii. Zij wilde graag een geleidehond, maar haar man was allergisch voor honden. De organisatie had op dat moment geen enkele hond die voldeed aan haar noden, maar ging er wel mee aan de slag. Het was Wally Conron die er zich mee bezighield. Hij wilde een kruising creëren met Labrador retrievers, die bekend stonden om hun uitstekende kwaliteiten als assistentiehonden. Alleen verharen labradors enorm, en dus ging Wally op zoek naar een ras met hypoallergene vacht die dat kon counteren… en vond hij de standaardpoedel. Voor de basis van het ras koos hij een witte poedel uit Zweden. Drie pups werden geboren uit deze combinatie. Eentje, Sultan, ging naar de vrouw in Hawaii. Voor de overige twee was geen interesse, en dus gooide Wally het over een andere boeg. Hij contacteerde de pers met de mededeling dat hij een nieuw hondenras had ontwikkeld. Het nieuwe ras kreeg de catchy naam “labradoodle”. De aanpak werkte misschien te goed.
In een mum van tijd werd de Australian labradoodle populair. Niet alleen bij slechtzienden, mensen met een beperking en met een hondenallergie, maar vanwege het zachtaardig karakter won hij ook de harten van gezinnen met kinderen. Nochtans was de eerste generatie labradoodles niet stabiel, noch qua geschiktheid als assistentiehond, noch qua allergievriendelijkheid. De verantwoorde fokkers begrepen dat ze niet konden verder bouwen met enkel de kruising labrador x standaardpoedel. Het was echter te laat: gewetenloze fokkers hadden geld geroken en begonnen in het wilde weg labradors met poedels te kruisen, zonder rekening te houden met gezondheid en karakter. De verantwoorde fokkers, die niet langer met lede ogen wilden toekijken hoe enkele geldwolven het nieuwe ras verprutsten, verenigden zich in rasclubs om het voortbestaan en de gezondheid van de toekomstige generaties labradoodles te garanderen.
De drie bekendste verenigingen zijn de Australian Labradoodle Association (ALA), de Australian Labradoodle Association America (ALAA) en de Australian Labradoodle Association Europe (ALAEU). Fokkers die aangesloten zijn bij deze verenigingen moeten voldoen aan strenge fokregels om het welzijn en de goede karaktereigenschappen van de honden te garanderen. Zo moeten zij zorgvuldig alle documentatie, zoals stambomen en gezondheidstesten, bijhouden.
De Australian labradoodle is, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, niet louter een kruising van een labrador en een poedel. Een “echte” labradoodle is het resultaat van een doorgedreven en doordacht fokproces, waar fokkers een zorgvuldige selectie doorvoeren, teruggrijpen naar backcrossing of het “terugkruisen” van een labradoodle van de eerste generatie met een poedel, en ook andere rassen inkruisen. Voor de ALAEU mogen er maar liefst zes rassen voorkomen als voorouders in de stamboom van een Australian labradoodle. De grondleggers van het ras zijn dus niet louter de labrador en de standaardpoedel, maar deze zes:
- de Labrador retriever
- de poedel
- de Ierse waterspaniël
- de curly-coated retriever
- de Engelse cockerspaniël
- de Amerikaanse cockerspaniël
Deze grondleggers zijn de rassen die er in het verleden zijn ingekruist. Vandaag laat de ALAEU enkel nog inkruising toe door drie rassen: de labrador, de poedel en de cockerspaniël (zowel de Engelse als de Amerikaanse) of kruisingen van deze rassen.
De ALA, ALAA en ALAEU werken aan de aanleg van een uitgebreide databank en hanteren strenge fokregels in de hoop dat het ras binnenkort de begeerde erkenning mag krijgen. Deze drie grote rasverenigingen gebruiken consequent de naam Australian labradoodle.
En hoe zit het intussen met de geestelijke vader van het ras? Die gaf in een interview van enkele jaren geleden aan veel spijt te hebben voor zijn creatie. ‘Ze zijn bijna allemaal gek of hebben ernstige erfelijke afwijkingen’, vertelde Wally Conron in 2019, 30 jaar na die eerste labradoodle. Dat labradoodles zo populair zijn geworden, bijna 35 jaar na het experiment van Conron, stemt hem allesbehalve gelukkig. Zelf vindt hij dat hij de doos van Pandora geopend heeft en een soort monster op de wereld heeft losgelaten. ‘Ik zie ook wel leuke labradoodles, maar ze zijn zeldzaam’, vertelde hij. Heeft Wally Conron gelijk om het zo negatief te zien? Als we kijken naar de hype die is ontstaan na de eerste labradoodles, kunnen we zijn reactie als hondenliefhebber misschien wel begrijpen. Onverantwoorde fokkers en leken zijn in het wilde weg beginnen kruisen met poedels en andere rassen. Denk maar aan de goldendoodles(golden retriever en poedel), de spoodles (poedel en spaniël) of nog de schnoodles (poedel en schnauzer). Met deze evolutie is het tijdperk van de designerhonden begonnen, met alle nefaste gevolgen voor het welzijn van de honden van dien. Deze combinaties kosten vaak meer dan een raszuivere hond met stamboom van een erkende vereniging, maar dan zonder de garanties die daarbij horen. De gevolgen? Veel pups lijden aan ernstige aandoeningen, zoals epilepsie, heupproblemen, oogaandoeningen of slechte ellebogen. Ook qua karakter en hypoallergene eigenschappen is het koffiedik kijken: de pups die uit deze fok voortkomen zijn allesbehalve stabiel. Maar zijn alle labradoodles daarom per definitie slecht? Niet per se, zolang je wegblijft van onverantwoorde fokkers en op zoek gaat naar een fokker die aangesloten is bij de ALAEU! Deze organisatie doet er alles aan om stabiele, gezonde pups te garanderen en het ras consequent en verantwoordelijk uit te bouwen Eigenlijk geldt hetzelfde voor alle honden: ben je geïnteresseerd in een bepaald ras? Zoek dan een verantwoordelijke fokker.
RASKENMERKEN
In welke kleur, maat of vacht hij ook komt, de Australian labradoodle is een echte eyecatcher. Je zult er niet onopgemerkt mee over straat gaan! Hij is atletisch en soepel, heeft veel haar en zachte, vriendelijke ogen. De labradoodle bestaat in drie maten: standaard, medium en mini. Je vindt hem in effen kleuren, maar ook in kleurencombinaties: chalk (wit), crème, goud (abrikoos), karamel, rood, zwart, zilver, blauw, chocolade, koffie, lavendel, parti (50% wit, 50% andere kleur), parchment (koffie verkeerd), phantom (twee verschillende kleuren), abstract (minder dan 50% wit), tuxedo, roan, sable, brindle en multipattern.
Het is uiteraard zijn vacht die de labradoodle zo bijzonder maakt, want veel mensen met een hondenallergie reageren goed op hem. De labradoodle bestaat in twee vachttypes, die beide allergievriendelijk zouden zijn. Een eerste variant is de fleecevacht. Deze vacht is zacht en golvend. Hij voelt aan als een fleecedekentje! Binnen deze vacht zijn nog twee ondervarianten: wavy fleece (golvend) en curly fleece (krullend). De fleecevacht is het makkelijkst te verzorgen en kammen. Daarnaast zijn er ook labradoodles met wolvacht. Denk aan de vacht van een poedel met de kleine krulletjes voor de structuur. Deze vacht kan makkelijk klitten, het is dus erg belangrijk om het goed te onderhouden met borstelen en trimmen.
Een echte labradoodle heeft geen ruiperiode, maar zoals alle dieren verliest ook hij wel altijd wat haar. De losse haren blijven in de vacht zitten en vallen er niet uit: je moet ze eruit kammen, anders ontstaan er knopen en kan de vacht op den duur zelfs beginnen vervilten.
Let goed op als je op zoek gaat naar een labradoodle omwille van een hondenallergie, want de ene allergie is de andere niet. Als het ras ooit erkend wordt door de FCI is de verwachting dat bovengenoemde vachttypes en kleuren allemaal opgenomen zullen worden in de rasstandaard.
KARAKTER
De Australian labradoodle is vriendelijk en sociaal voor mens en dier, een echte allemansvriend! Op voorwaarde dat je bij een fokker koopt die aangesloten is bij de ALAEU, haal je met de labradoodle een bijzonder zachtaardige vriend in huis. Hij is begripvol, geduldig en vriendelijk voor iedereen. Ook naar andere honden toe is hij nieuwsgierig en vriendelijk. Hij zoekt niet graag het conflict op en zal een hond die uithaalt liever vermijden dan de confrontatie aan te gaan. Verantwoordelijke fokkers garanderen door zorgvuldige selectie van ouderdieren en goede socialisatie van de pups dat er weinig variatie is in het karakter van de labradoodle. Je krijgt hem in lief, nog liever of liefst. De “gestoorde monsters” waar Wally Conron naar refereerde, zijn gefokt door leken of onbetrouwbare fokkers. De labradoodle lijkt altijd goedgezind en enthousiast. Zolang hij maar bij zijn baasjes mag zijn, is hij gelukkig.
OPVOEDING
Intelligent, sociaal, komisch, zachtaardig en rustig in de omgang: dat zijn de grote kwaliteiten van de Australian labradoodle. Door zijn intelligentie is hij erg makkelijk op te voeden en te trainen. Dit maakt hem breed inzetbaar, want hij vindt alles leuk: gehoorzaamheid, behendigheid, opgeleid worden tot assistentiehond… Dit maakt van hem een ideale beginnershond! Toch mag je de opvoeding niet onderschatten. Zijn intelligentie heeft een keerzijde: een labradoodle die niet goed opgevoed is of zich verveelt, zal zijn intelligentie aanwenden om zichzelf zoveel mogelijk ondeugende fratsen aan te leren. Zonde! Geef hem dus voldoende hersenwerkjes, zoals zoekspelletjes, hondenpuzzels, of leer hem nieuwe trucjes aan. Het zal jullie band alleen maar versterken. Vergeet hem ook niet fysiek uit te dagen: labradoodles hebben nood aan voldoende lichaamsbeweging. Gelukkig is hij echt niet kieskeurig: wandelen, joggen, zwemmen, apporteerspelletjes, ravotten met andere honden op de hondenweide… het is allemaal prima voor hem!
GEZONDHEID EN VERZORGING
De fokkers met ALAEU-stamboom moeten erg strenge regels naleven om het welzijn van de ouders en pups, maar ook het voortbestaan van het ras te garanderen. Vooralsnog zijn er geen rasspecifieke gezondheidsproblemen bekend omdat het ras nog te jong is. Toch ondergaan ouderdieren met een stamboom verplichte gezondheidstestsvoordat ze ingezet mogen worden voor de fok. Verschillende zaken worden grondig gecontroleerd: heupen, ellebogen, knieën en ogen. Er worden ook DNA-tests uitgevoerd: op degeneratieve myelopathie (DM), exercise-induced collapse (EIC), improper coat (IC), progressieve retinale atrofie (PRA) en ouderschapsverificatie.Een betrouwbare fokker kan je al deze uitslagen voorleggen. De meeste fokkers testen ook op gedrag en de karaktereigenschappen, zodat ze elke pup kunnen toewijzen aan het gezin dat het beste past en de match de grootste kans op slagen heeft. Koop dus alleen een pup bij een fokker die aangesloten is bij de ALAEU.
LEVEN MET EEN LABRADOODLE
De Australian labradoodle is een echte optimist en grote levensgenieter. Kwispelend huppelt hij door het leven, klaar om zijn grote, gouden hart te geven aan een liefdevol baasje dat hem de tijd en vriendschap kan geven die hij verdient. Piekeren of grienen zijn niet aan hem besteed. Hij bijt met volle tanden in de dag en maakt het zijn persoonlijke missie om iedereen die zijn pad kruist op te vrolijken. Met enthousiasme begroet hij elke nieuwe vriend in zijn leven, gesterkt door de wetenschap dat het absoluut on-mo-gelijk is dat iemand hem niet leuk vindt. En dàt is pas om jaloers op te zijn.