OORSPRONG
Japan, het land van de rijzende zon, herbergt een schat aan cultuur en geschiedenis. Een intrigerend hoofdstuk uit die geschiedenis is gewijd aan de shiba inu. De oorsprong van dit Japanse hondenras gaat terug tot ongeveer 7000 jaar voor Christus, toen de Jōmon jin zich in Japan vestigden. Deze jager-verzamelaars brachten hun honden mee naar de eilandstaat. Archeologische opgravingen tonen aan dat de honden van de Jōmon jin klein van formaat waren. In de derde eeuw voor Christus arriveerde een nieuwe groep immigranten in Japan met hun honden. De nieuwe honden werden gekruist met Jōmon jin-honden, wat resulteerde in unieke verschijningen met krulstaartjes en opstaande oortjes. De honden werden voornamelijk gebruikt voor de jacht op vogels en klein wild en soms ook op zwijnen.
Al in de zevende eeuw na Christus werd een instantie opgericht om de Japanse inheemse hondenrassen in stand te houden. Ze werden beschouwd als een integraal onderdeel van de Japanse cultuur. Toch kon dat niet voorkomen dat er later inmenging plaatsvond met buitenlandse hondenrassen, zoals de Chinese chin. In de late negentiende en vroege twintigste eeuw, toen de jacht in Japan populair werd, werd er ook gekruist met geïmporteerde Engelse setters en Engelse pointers. Op het platteland bleven de Japanse honden raszuiver, maar in de steden ontstond er een mengelmoes. Daarom richtte ene Dr. Hirokichi Saito samen met enkele gelijkgezinden in 1928 een vereniging op ter bescherming van de Japanse hondenrassen: Nihon Ken Hozonkai, ook wel bekend als Nippo. De vereniging houdt niet alleen de gegevens bij van de shiba inu, maar ook van de vijf andere inheemse hondenrassen: de akita, kishu, hokkaido, shikoku en kai. Voor elk van deze rassen bracht Nippo ook een eigen rasstandaard uit: de Nippo-standaard, een uitgebreide beschrijving van het hondenras. De shiba is het kleinste Japanse hondenras.
In 1937 werd Nippo officieel erkend door de Japanse regering. Sindsdien wordt de shiba inu beschouwd als nationaal erfgoed.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog braken er desastreuze tijden aan voor de shiba inu. De meeste honden werden echter niet getroffen door bommen, maar stierven in de jaren na de oorlog als het gevolg van distemper, een dodelijk virus. Het ras stond op het randje van uitsterven. Om dat te voorkomen werden de nog overgebleven shiba’s van afgelegen plattelandsgebieden in fokprogramma’s geplaatst. De shiba inu die we vandaag kennen, is het resultaat van deze inspanningen om het ras nieuw leven in te blazen.
Waar de rasnaam “shiba inu” vandaan komt, daar bestaan verschillende theorieën voor. “Shiba” betekent “kreupelhout” en zou verwijzen naar de kreupelhoutstruiken waarin deze hond ooit mee op jacht trok. Dat is in ieder geval de populairste verklaring. Maar “shiba” zou ook “klein” kunnen betekenen. Gelukkig zijn er ook nog zekerheden in het leven: “inu” betekent “hond” in het Japans.
Ooit was de shiba inu uitsluitend een jachthond. Vandaag wordt hij vooral gehouden als gezelschapshond. Hij is de vierde populairste hond in Japan. Op de eerste plaats staat verrassend genoeg geen Japanse hond, maar wel… de toypoedel! Toch blijft de shiba inu geliefd in zijn thuisland omwille van zijn charme en unieke eigenschappen. En de shiba speelt niet alleen een thuismatch: hij is geliefd over de hele wereld. Zelfs in de digitale wereld. Denk bijvoorbeeld aan de Doge-meme (een internetmeme uit 2013) en cryptovaluta zoals Dogecoin en Shiba Inu (SHIB). De sky is the limit!
RASKENMERKEN
Met zijn vosachtige uiterlijk lijkt de shiba inu wel een creatie die zo uit de pagina’s van een manga is gesprongen (manga is het Japanse equivalent van een stripverhaal). Dit kleine, gespierde hondje is mooi in proportie en neemt een zelfverzekerde houding aan, alsof hij zich van zijn eigen schoonheid bewust is. De shiba inu trippelt door het leven met een snelle tred, lichtvoetig en gracieus, maar ook atletisch en behendig als een ninja. Kenmerkend voor het ras zijn de driehoekige, rechtopstaande oortjes en de pluizige staart die in een krul op de rug rust. Maar wat hem nog het meest typeert, is zijn onweerstaanbare shiba-smile!
Eens je een shiba hebt, is je huis nooit meer vrij van haren. Deze hond verhaart. En nog geen beetje! Sommige shiba’s ruien het hele jaar door. Lang leve de (robot)stofzuiger! O ja, schaf ook maar ineens een kledingroller aan. De haartjes zijn werkelijk overal!
Tegenover al dat poetswerk staat dat de shiba een hond is die zich niet graag vuilmaakt, zichzelf wast en geen typisch hondengeurtje heeft. De vacht van een shiba inu is bovendien onderhoudsvriendelijk: een regelmatige borstelbeurt volstaat. Die vacht bestaat trouwens in verschillende kleuren: rood, black and tan, sesam, rood sesam en zwart sesam.
KARAKTER
De Nippo-rasstandaard beschrijft niet alleen de fysieke kenmerken van de shiba inu, maar schetst ook het temperament. Het karakter van de shiba wordt hierin omschreven met drie termen: kan’i, ryōsei en soboku.
Kan’i staat voor moed en durf, in combinatie met kalmte en mentale kracht. Dit zijn allemaal eigenschappen die de shiba inu moest bezitten om mee op jacht te gaan, zeker tijdens de koude, strenge winters in Japan. Deze karaktertrekken maken hem ook een uitstekende waakhond die zijn gezin dag in dag uit beschermt.
Ryōsei verwijst dan weer naar de “zachtere” kant van de shiba inu. Want deze waak- en jachthond moest ook goedhartig zijn. Vooral de baasjes van de shiba krijgen zijn lieve, loyale ziel te zien.
Soboku, ten slotte, refereert naar de ongekunstelde persoonlijkheid van de shiba. Naar zijn pretentieloze, verfijnde open geest en zijn spontaniteit. Dit is misschien wel de charmantste kant van de shiba inu.
Het is deze combinatie van kan’i, ryōsei en soboku die de shiba inu zo’n uniek karakter geeft.
De shiba inu is het schoolvoorbeeld van een grote hond in een klein lichaam. What you see is what you get:deze zelfverzekerde hond is eerlijk en recht voor de raap. Een pittige persoonlijkheid! Zijn verleden als jachthond ligt nog niet zo ver achter hem; vandaag de dag heeft de shiba inu nog steeds een sterke prooidrift. Al wat beweegt triggert hem om erachteraan te gaan. Dat kan tot gevaarlijke situaties leiden als de shiba niet aangelijnd is. Om diezelfde reden maak je best ook de tuin “ontsnappingsproof”. Shiba’s zijn ontzettend goede klimmers, kunnen verrassend hoog springen én zijn ook gedreven gravers!
Voor een oeroud hondenras heeft de shiba zich verrassend goed aangepast aan het moderne leven. Zowel een leven in de stad als op het platteland gaan hem goed af. Hij is best wel actief en zal een wandeling niet snel afslaan, maar het is niet zo dat hij zoals pakweg een Mechelse herder de muren oploopt als hij het eens een dagje of twee met wat minder beweging moet stellen.
Er wordt weleens gezegd dat shiba’s niet erg “knuffelig” zijn aangelegd. Toch zijn er ook veel exemplaren die wél graag knuffelen, maar alleen wanneer ze er zelf zin in hebben. Om die reden beschrijven sommige baasjes de shiba als een kat in een hondenjasje. De shiba is nu eenmaal niet klef of overdreven aanhankelijk, maar is zelfstandiger van aard dan de meeste hondenrassen. En daar moet je voor zijn.
OPVOEDING
Veel mensen voelen zich in de eerste plaats aangetrokken door het unieke uiterlijk van de shiba inu. Maar wie dit prachtige hondje overweegt, leest zich best eerst héél goed in over het ras om onaangename verrassingen te vermijden. De opvoeding van de shiba inu kan immers een uitdaging zijn. Dit Japanse hondje is enorm intelligent, maar dit betekent niet dat hij zomaar doet wat je van hem verlangt. Gehoorzaamheid is een relatief begrip voor de eigenwijze shiba inu. Hij is een onafhankelijke hond die graag zijn eigen zin doet. Toch kun je een shiba wel trainen. Het zal harder werken zijn dan met bijvoorbeeld een labrador, maar met veel geduld en toewijding lukt het wel.
Bij de opvoeding van de shiba inu moet je altijd twee stappen vooruitdenken, anders is hij je te slim af. Het komt erop aan om koppiger te zijn dan je shiba of, met andere woorden, consequent te zijn. Mag de hond bijvoorbeeld niet op de zetel, sta dat dan ook niet “voor één keertje” toe. Als het de Shiba Inu niet zint, kan hij een van zijn krachtigste wapens inzetten: de zogenaamde shiba scream, iets wat klinkt als het gekrijs van een mishandeld varken. De shiba kan soms een beetje een drama queen zijn!
Wat wij beschouwen als een “koppigheid” heeft eigenlijk eerder te maken met het gebrek aan een will to please. Sommige hondenrassen, bijvoorbeeld de golden retriever, hebben een hoge will to please en zijn van zichzelf gemotiveerd om hun baasje te behagen. Bij de shiba inu liggen de kaarten anders: het baasje moet op zoek gaan naar wat de shiba motiveert om samen te werken. Wie daarin slaagt, ontdekt dat je dit hondenras eigenlijk best wel veel kan aanleren. Er zijn shiba’s die een heel arsenaal aan trucjes kennen, anderen slagen met glans voor een gehoorzaamheidscursus aan de hondenschool.
Over het algemeen zijn shibapuppy’s zeer snel zindelijk. Daar staat dan weer tegenover dat het echte piranha’s zijn: kleine, bijtgrage monstertjes. Een shibapup ontdekt de wereld met zijn tandjes. Niet alleen mensenhanden moeten eraan geloven, maar ook pantoffels, kabels, broekspijpen en schoenveters. Wanneer er te hard wordt gehapt, staak dan het spel, stop met je pup aandacht te geven of geef een speelgoedje waarop de pup wel mag knabbelen. Een puppycursus is aangeraden: daar leer je communiceren met je pup én kun je je pup ook socialiseren met leeftijdgenootjes.
Ook voor een volwassen shiba inu kan een (sport)cursus aan de hondenschool nuttig zijn. Zo bied je hem een uitlaatklep voor zijn energie en krijgt hij ook de gelegenheid om zijn intelligentie te gebruiken.
GEZONDHEID EN VERZORGING
Over het algemeen is de shiba inu een gezond hondenras dat niet snel last heeft van kwaaltjes of blessures. Net zoals bij veel andere kleine hondenrassen zijn de knieën een aandachtspunt. De shiba kan last hebben van patellaluxatie, een aandoening waarbij de knieschijf niet goed op zijn plaats blijft zitten. Patellaluxatie herken je aan een typerend huppeltje waarbij de hond een of meerdere passen hinkt met een van zijn achterpoten.
Een aandoening die voornamelijk gezien wordt bij grote hondenrassen, kan ook de shiba inu treffen:heupdysplasie, vaak afgekort als HD. Heupdysplasie is een abnormale ontwikkeling van het heupgewricht, waardoor de heupkop niet goed aansluit op de heupkom. Nog een aandachtspunt bij de shiba zijn oogaandoeningen, zoals glaucoom (een beschadiging van de oogzenuw, bijvoorbeeld door een te hoge oogdruk), cataract (staar, vertroebeling van de ooglens) en progressieve retinale atrofie (PRA) (een afwijking van het netvlies). Een goede fokker test de ouderdieren op erfelijke aandoeningen.
LEVEN MET EEN SHIBA INU
Ondertussen nog niet gestopt met lezen? Na dit artikel nog steeds overtuigd dat de shiba inu jouw soulmate kan zijn? Ga er dan voor! De shiba is geen alledaagse hond, niet qua uiterlijk en niet qua karakter. Hij is ook niet de makkelijkste hond, maar het is juist zijn complex karakter dat shiba-eigenaren zo onweerstaanbaar vinden. Het is een hond waar je veel tijd en liefde in moet investeren, maar dat is hij meer dan waard. Want wie de shiba inu leert kennen, beseft eindelijk wat het begrip “hondstrouw” écht betekent.