© Shutterstock
In San Francisco werden onlangs vaccinatieklinieken geopend om een uitbraak van het dodelijke virus parvo in te dijken. “Bij ons komt de ziekte minder vaak voor dan vroeger, dankzij consistente vaccinatie”, zegt dierenarts Kiki Vleeschouwers.
Begin februari en begin maart werden in San Francisco vaccinatieklinieken op poten gezet waar baasjes hun hond gratis konden laten vaccineren tegen parvo. Dit initiatief van de overheid en dierenwelzijnsorganisaties had als doel een plotse uitbraak van het virus in de wijk Tenderloin onder controle te krijgen. Het caniene parvovirus is een zeer besmettelijke ziekte bij honden die dodelijk kan aflopen. Vooral bij jonge honden, want 90 procent van alle puppy’s met parvo overleeft het niet. Maar een vaccinatie voorkomt dat honden er ziek van worden. En het virus blijft al jarenlang relatief stabiel. “De laatste tijd zijn er geen nieuwe virusstammen ontdekt, en de vaccins die we gebruiken werken dus nog steeds prima,” zegt dierenarts Kiki Vleeschouwers. “Bovendien zijn de meeste eigenaars in ons land heel consequent als het aankomt op het vaccineren van hun hond.” Als er bij ons al eens een uitbraak van het virus optreedt, is dat volgens Kiki meestal bij puppy’s afkomstig van Oost-Europese kwekers en van broodfokkers. “Zulke puppy’s hebben soms al een vaccin tegen parvo gekregen, maar soms gebeurde dat op te jonge leeftijd. Dan heeft een pup nog maternale antistoffen tegen parvo, waardoor het vaccin niet goed werkt. Een ander probleem is de gebrekkige hygiëne bij fokkers waar veel dieren samenzitten. Als puppy’s ondergewicht hebben of vol inwendige parasieten zitten, slaat het vaccin soms niet aan. Bij puppy’s uit dubieuze omstandigheden stellen we soms nog parvo vast, maar gelukkig gebeurt dat steeds minder vaak.”
Antistoffen
Vroeger werd aangeraden om honden jaarlijks te vaccineren tegen parvo. “Tegenwoordig is dat nog maar één keer per twee jaar, op advies van de Europese Vaccinatiegroep,” zegt Kiki. “Omdat mensen steeds vaker hun hond laten titeren, merken we dat het parvovaccin een langdurige immuniteit geeft.” Bij titeren wordt via een bloedstaal getest of een hond nog voldoende antistoffen heeft tegen bepaalde ziekten. In plaats van standaard vaccinaties te geven volgens een vast schema, kun je met een titerbepaling nagaan of het dier al een nieuwe vaccinatie nodig heeft of nog voldoende beschermd is. “Een van mijn patiënten is als puppy volledig gevaccineerd tegen parvo en komt sindsdien regelmatig voor een titerbepaling”, vertelt Kiki. “Nu, zes jaar later, heeft hij nog steeds antistoffen dankzij de vaccins die hij als pup kreeg.”
Quarantaine
De symptomen van parvovirose zijn onder andere koorts, braken, lusteloosheid en (meestal bloederige) diarree. Er bestaat geen behandeling tegen het virus. “Het enige wat we kunnen doen is de symptomen onder controle proberen te houden”, legt Kiki uit. “Dat kan onder andere door vocht toe te dienen om uitdroging tegen te gaan. Ook houden we het dier warm en geven we medicatie tegen braken en diarree.” Omdat het virus zeer besmettelijk is, wordt een hond met parvo meteen in quarantaine geplaatst in de dierenartspraktijk. “De omgeving wordt dan behandeld met een speciaal product dat een zeer hoog chloorgehalte bevat. Andere ontsmettingsmiddelen hebben geen effect op het virus. Parvo kan tot een jaar lang in de omgeving blijven.” Voorkomen is dus beter dan genezen.



