Het is niet vanzelfsprekend dat een hond altijd de vriendelijkheid zelve is. Het komt dus ook voor dat je als eigenaar bang wordt voor je eigen hond. Laten we eens kijken in welke situaties dit kan gebeuren en hoe je hier op een goede manier mee om kunt gaan.
Bang voor een jonge hond
Pups verkennen hun wereld met hun mond en hebben vlijmscherpe tandjes. Vooral voor (kleine) kinderen zijn pups vaak niet zo leuk. Pups bijten in tenen en trekken aan sokken. Ze kauwen op veters en maken zomaar gaten in kleding doordat ze er met hun tanden in blijven hangen.
Heb je (kleine) kinderen en denk je eraan een pup te nemen? Neem eens de proef op de som en bezoek met je kinderen een pup van de fokker die je in gedachten hebt. Er zit best een verschil in de mate van bijten tussen verschillende honden(rassen) en nesten. Je kunt je dus niet helemaal voorbereiden op het bijtgedrag van de pup. Het kan mee- en tegenvallen. Gelukkig zijn er wel manieren om goed om te gaan met bijtgedrag én is het slechts een fase.
Voldoende rust
Pups en jonge honden zijn nogal eens baldadig. Ze kunnen vaak hun emoties nog niet al te goed zelf reguleren. Een discussie met de hond aangaan door hem te bestraffen werkt vaak averechts en kan zelfs agressie oproepen. Leer je hond wat je van hem wilt en tot hoever hij kan gaan. Lok geen wild gedrag uit door fanatiek spel.
Je hebt zelf wel enige invloed op de mate van opwinding bij je hond. Zo is voldoende goede rust heel belangrijk voor een goede prikkelverwerking. Een jonge hond kan vaak nog niet erg goed zijn rust pakken, die momenten initieer je dus zelf. Zoals je dat bij een kind ook zou doen.
Bang voor een herplaatser
Adopteer je een hond van een rescue-vereniging of uit een dierenasiel? Vraag dan goed door over het gedrag van de hond. Er kan veel kennis zijn over het gedrag van de hond in een thuissituatie, bijvoorbeeld omdat de hond al bij een pleeggezin heeft gewoond. Maar het komt ook voor dat er erg weinig bekend is over de hond en zijn gedrag in verschillende situaties. Sommige situaties kunnen worden getest, om te kijken hoe de hond reageert. Maar het gedrag van een hond in een opvangsituatie kan anders zijn dan in een thuissituatie.
Bepaal zelf goed of je de aangewezen persoon bent voor de hond. Wordt er gezegd dat de hond bijvoorbeeld niet houdt van een dierenartsbezoek, vraag dan wat dit betekent. Kan de hond normaal gesproken wel worden aangeraakt door de verzorgers? Hoe reageert de hond als hij iets niet prettig vindt? De omschrijvingen in een tekst “vertalen” om echt een duidelijk beeld te krijgen van het gedrag van een hond is belangrijk, liefst voordat je een hond adopteert.
Zoek hulp
Heb je een hond in huis waar je bang voor bent? Zoek hulp. Leg uit wat de situaties zijn waarin je bang bent voor je eigen hond. Wat is de context, want doe jij eventueel en wat doet je hond. Je kunt, zonder dat je daarbij risico’s neemt, een filmpje maken van de situatie waarin je je onveilig voelt. Zorg in ieder geval dat je geen dingen doet waar je hond vervelend op reageert, voor zover dat lukt, totdat je hulp krijgt. Agressief gedrag kan namelijk toenemen, dus voorkom vooral onnodige risico’s. Een goede (gekwalificeerde) gedragstherapeut kan beoordelen of je angst “terecht” is en hoe je het beste kunt omgaan met deze situatie en het gedrag van je hond.
Signalen van spanning bij je hond leren herkennen? Volg de gratis minicursus “week van de stress signalen”, waar je je via deze link voor kunt aanmelden.
Meer weten? Kijk op Hondentaak.nl voor meer informatie en gedragsverbeterende cursussen.
Tekst: Judith Fick
Foto’s: Shutterstock