Een fladderende, spinnende of kwispelende compagnon komt de gezondheid van je hond ten goede. Dat blijkt uit nieuwe studie, die gepubliceerd werd in het wetenschappelijk tijdschrift Evolution, Medicine and Public Health.
Wetenschappers namen de gegevens van 21.410 honden onder de loep om na te gaan welke thuisomgevingsfactoren samenhangen met het welzijn en de levensverwachting. Uiteindelijk identificeerden ze vijf factoren die de gezondheid van honden beïnvloeden: de stabiliteit van de omgeving, de leeftijd van de eigenaar, het gezinsinkomen, de tijd doorgebracht met kinderen en de tijd doorgebracht met andere huisdieren. Honden die in een stabielere omgeving wonen, een ouder baasje hebben of bij een rijker baasje wonen, zouden gezonder zijn. Maar de belangrijkste factor voor een gezond hondenleven blijkt sociaal contact te zijn. Samenleven met een ander huisdier, een hond of zelfs een kat, kan een positief effect hebben op de gezondheid.
Nog een verrassend resultaat van de studie is dat hoe meer kinderen er in het gezin aanwezig zijn, hoe nadeliger dat lijkt voor de gezondheid van de hond. De onderzoekers vermoeden dat als er meer kinderen in een gezin aanwezig zijn, de eigenaar minder tijd aan de hond kan besteden.
Wat nog blijkt uit het onderzoek is dat er bij honden uit rijkere huishoudens meer ziekten worden vastgesteld. Niet omdat ze slecht verzorgd worden. Integendeel, ze gaan vaker naar de dierenarts en laten daar ook meer (dure) medische tests uitvoeren, wat leidt tot meer diagnoses.
De gegevens die voor deze studie werden gebruikt, zijn afkomstig van het Dog Aging Project, een initiatief dat de gezondheid van honden monitort over een periode van 10 jaar. Het voornaamste doel van het project is om na te gaan hoe genen, levensstijl en omgevingsfactoren veroudering en gezondheid beïnvloeden. Meer dan 45.000 honden in de VS zijn al ingeschreven voor het project.