Basenji

‘Jodelahiti’, roept de basenji, een hond uit Centraal-Afrika. Door zijn bijzonder gevormde strottenhoofd kan hij niet blaffen, maar deze jachthond kan wél jodelen.

OORSPRONG

Wie in de ogen van de basenji kijkt, ziet misschien wel diezelfde fonkeling die duizenden jaren geleden mensen in betovering bracht. Deze oerhond is een van de oudste hondenrassen ter wereld. Op grotschilderingen die mogelijk dateren van 6000 jaar voor Christus, staan jachthonden met krulstaarten afgebeeld, een kenmerk van de basenji. Vergelijkbare honden werden ook afgebeeld op objecten uit het Oude Egypte. Historisch onderzoek suggereert dat de viervoeters vanuit Centraal-Afrika werden meegenomen als geschenken voor de Egyptische farao’s. Na de val van het oude Egyptische rijk leefde de basenji als halfwilde hond in Centraal-Afrika voort. Daar bleef hij eeuwenlang onaangeroerd voortbestaan, zonder invloed van Westerse modegrillen of fokexperimenten.

Advertentie

De basenji is een jachthond met een sterk ontwikkeld gezichtsvermogen en een al even opmerkelijk reukorgaan. Met snelheden tot 55 kilometer per uur raast hij over de Afrikaanse graslanden. Hij kan ook verrassend hoog springen, een vaardigheid die hij nodig had om prooien te spotten in het hoge gras. Dat leverde hem de naam M’bwa m’kube M’bwawamwitu of “op-en-neerspringende hond” op. Verschillende Afrikaanse volkeren werkten samen met deze hond voor de jacht. Een van de belangrijke taken van de basenji was het wild in netten drijven.

Pas aan het einde van de negentiende eeuw deed de basenji zijn intrede in het Westen. In 1895 bracht een terugkerende ontdekkingsreiziger een fokpaar mee naar Engeland. De De honden werden tentoongesteld op de hondenshow Crufts. Kort daarna stierven ze, vermoedelijk aan de gevolgen van het virus distemper, ook bekend als de ziekte van Carré. Een foto uit 1905 bewijst dat er in de zoo van Berlijn basenji’s aan het publiek werden getoond.  We steken even terug het Kanaal over naar Groot-Brittannië, waar verschillende fokpogingen uitdraaiden op een sisser. In 1923 bracht de Britse Lady Helen Nutting zes honden mee vanuit Soedan, maar de dieren overleden door de bijwerkingen van het distempervaccin, dat toen nog relatief nieuw was. In 1929 importeerde Olivia Burns enkele exemplaren vanuit het Congobekken, maar ook deze honden stierven nog voor ze zich konden voortplanten. In 1936 liet Burns opnieuw enkele basenji’s overkomen en dit keer had ze meer succes. Deze dieren vormden de fokbasis in het Westen. De daaropvolgende jaren werden er met succes basenji’s gefokt in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten. Sinds 1964 wordt de basenji op definitieve basis erkend door de Fédération Cynologique Internationale (FCI). De FCI heeft het ras ondergebracht in groep vijf: de groep van spitsen en oertypen.

RASKENMERKEN

Met een lichtvoetige tred rent de basenji moeiteloos over grasvlaktes, gracieus als een gazelle. Hij is compact, fijn gebouwd en verrassend behendig. Zoals een kat kan hij goed klimmen en hoog springen. Zijn korte vacht komt voor in vier kleurcombinaties: rood-wit, zwart-wit, tricolor en brindle-wit. Typerend voor het ras zijn zijn krulstaartje en de rimpels op zijn voorhoofd, die vervagen met het ouder worden.

In veel opzichten is de basenji een bijzondere hond. In tegenstelling tot de meeste hondenrassen, die twee keer per jaar een loopsheid doormaken, wordt de basenji slechts één keer per jaar loops. Hij heeft ook geen typerend hondengeurtje. Bovendien wast hij zichzelf als een kat, verliest hij amper haren en zal hij zelden kwijlen. Een hygiënische hond, het bestaat! Nog een kenmerkende eigenschap van de basenji is dat zijn strottenhoofd een speciale vorm heeft, waardoor hij niet kan blaffen. Dat wil niet zeggen dat de basenji een stille hond is. Integendeel, hij heeft een heel arsenaal aan geluiden: van grommen, piepen en schreeuwen tot huilen en zelfs jodelen!

KARAKTER

Een basenji die jodelt, klinkt een beetje als iemand met ochtendhumeur die vroeg uit bed moet. Het is iets tussen gekreun en gehuil. Basenji’s jodelen wanneer ze opgewonden zijn, proberen te communiceren met hun roedel of wanneer ze aan het jagen zijn.

Na een eeuwenlange carrière als jachthond is de basenji nog niet klaar om “met pensioen” te gaan: zijn jachtinstinct is nog zeer sterk aanwezig! Hij kan dus maar best altijd aangelijnd zijn, want zodra hij wild ziet of ruikt, schiet hij er als een pijl vandoor. Hem terugroepen heeft dan weinig zin: hij heeft oog noch oor voor zijn baasje en is alleen nog met zijn prooi bezig. Zo’n wilde achtervolging kan catastrofaal aflopen wanneer die hem naar een drukke autoweg leidt… Een gewaarschuwd baasje is er twee waard!

Niet alleen een sterke leiband is onmisbaar, ook de omheining van de tuin moet “basenji-proof” zijn. Deze nieuwsgierige snuiter gaat maar al te graag op ontdekking! Ook in huis is de basenji alert. Liefst ligt hij op een plekje van waar hij zowel de binnen- als buitenwereld in de gaten kan houden, net zoals een kat! Hij kan misschien niet blaffen, maar hij houdt je wel op een andere manier op de hoogte van al wat hij gadeslaat.

Advertentie

OPVOEDING

De basenji is een slimme hond. Maar opgelet, slim is geen synoniem voor gehoorzaam. De opvoeding van een basenji kan uitdagend zijn. Als jachthond in de Afrikaanse wildernis werd van hem verwacht dat hij zelfstandig beslissingen nam. Hij werkte immers vaak op enige afstand van de jager. Vandaag is hij nog steeds die onafhankelijke denker. De basenji is dus niet het type hond dat gedwee elk commando opvolgt. Als hij ergens het nut niet van inziet, is hij moeilijk op andere gedachten te brengen. Met veel geduld, beloningen en een consequente aanpak kom je gelukkig al een heel eind. Eén ding zal je als baasje weinig moeite kosten: de zindelijkheidstraining. De basenji is een “propere” hond die over het algemeen heel snel zindelijk is.

Een jachthond die ooit voor pure actie leefde en het vandaag moet stellen met twee keer per dag een blokje om, dat is vragen om problemen. Basenji’s die zich vervelen, verzinnen zelf wel bezigheden: ze oefenen hun “houtbewerkingsvaardigheden” op de tafelpoten, spitten je tuin om of korten de gordijnen in met hun tandjes. Gelukkig bestaan er verschillende uitlaatkleppen voor de energie van een basenji. Zo zijn deze Afrikaanse hondjes bijvoorbeeld goed in de hondensport lure coursing, maar ze kunnen ook genieten van andere disciplines zoals agility, canicross of speurwerk. En met een lange wandeling vol snuffelmomentjes doe je de basenji ook altijd plezier!

GEZONDHEID EN VERZORGING

Over het algemeen is de basenji een gezonde hond met een relatief hoge levensverwachting: 12 tot 14 jaar. Desondanks zijn er, net zoals bij de meeste andere hondenrassen, een aantal (erfelijke) kwalen bij de basenji waarmee rekening moet worden gehouden. Eentje daarvan is het syndroom van Fanconi, een ziekte waarbij de nieren niet meer goed functioneren en bepaalde voedingsstoffen niet worden opgenomen in het lichaam. Een hond met dit syndroom zal meer drinken en meer plassen. De ziekte manifesteert zich meestal rond de leeftijd van 5 tot 7 jaar en wordt bij de basenji veroorzaakt door een recessieve mutatie in een bepaald gen.

Een andere erfelijke aandoening die regelmatig basenji’s treft, is persistent pupillary membrane of PPM, een oogaandoening. Tijdens de embryonale fase bestaat het oog van een ongeboren hond nog uit primair weefsel: het pupilmembraan. Dit weefsel begint zo’n twee weken voor de geboorte te verdwijnen en moet twee weken na de geboorte volledig verdwenen zijn. Maar soms blijven er nog restanten van dit pupilmembraan achter in het oog en dan spreken we over de aandoening PPM. PPM komt regelmatig voor bij basenji’s. Honden met PPM hebben zelden een verminderd gezichtsvermogen.

Een andere oogaandoening die kan voorkomen bij de basenji is PRA of progressieve retinale atrofie: een aftakeling van het netvlies. Het netvlies bevat lichtgevoelige cellen: de zogenaamde staafjes en kegeltjes. De staafjes zorgen ervoor dat een hond kan zien bij weinig licht. De kegeltjes zijn verantwoordelijk voor de waarneming van kleuren.Bij een hond met PRA worden eerst de staafjes aangetast, waardoor hij slechter gaat zien in de schemering. In een vergevorderd stadium kan PRA leiden tot blindheid.

Ten slotte zijn basenji’s ook gevoelig voor cystinurie. Cystine is een aminozuur dat via het bloed in de nieren komt en normaal gezien terug wordt opgenomen in het bloed. Bij honden met cystinurie gebeurt die resorptie niet, waardoor er stenen kunnen worden gevormd in de urinewegen. Die stenen kunnen schade aan de blaaswand veroorzaken, maar ze kunnen ook de urinebuis blokkeren. Zo’n obstructie komt vaker voor bij reuen, omdat ze een nauwere plasbuis hebben dan teven. Dat kan gevaarlijk zijn: als de blaas niet meer kan worden geleegd, moet er direct worden ingegrepen. Cystinurie wordt meestal pas laat opgemerkt, omdat het jaren duurt vooraleer er stenen worden gevormd. De symptomen zijn een zwakke urinestraal, moeite met plassen, bloed in de urine, urine die naar rotte eieren ruikt, en het kromtrekken van de rug door pijn in de buurt van de nieren.

LEVEN MET EEN BASENJI

Deze vergelijking is al vaker gemaakt in dit artikel: de basenji heeft wel meerdere kattentrekjes. Hij is een zelfstandige, intelligente jager en een hygiënische hond. Met een basenji haal je duizenden jaren geschiedenis in huis. Hij is als het ware levend erfgoed. De basenji is zeker geen hond voor iedereen, maar wie zijn unieke persoonlijkheid weet te waarderen, kan rekenen op vriendschap voor het leven.

Kenmerken

Grootte: 40 – 43 cm
Gewicht: 9,5 – 11 kg
Levensverwachting: 12 – 14 jaar
Vachtverzorging: weinig vachtverzorging, weinig vachtverlies
Karakter:
  • zelfstandig
  • terughoudend
  • aanhankelijk
  • nieuwsgierig
Bewegingsbehoefte: veel
TEKST: Evi Maveau
FOTO’S: Shutterstock
Winkelwagen
[profilepress-registration id="2"]
[profilepress-login id="2"]