Op vrijdag 12 augustus staat WOEF-journaliste Annick Hus aan de startlijn van de Dodentocht, een wandeling van honderd kilometer. Ze stapt die dag om geld in te zamelen voor asielhonden in Oekraïne.
Honderd kilometer wandelen binnen de 24 uur. Dat is het objectief van de Dodentocht, een jaarlijks wandelevenement dat start in Bornem. Onze journaliste Annick Hus wandelt mee en hoopt zo een mooi bedrag in te zamelen voor Sirius, een dierenasiel in de Oekraïense hoofdstad Kiev. ‘Veel dierenasielen in binnen- en buitenland hebben het moeilijk, maar Sirius ligt in een land waar momenteel oorlog heerst en vangt meer dan 3.000 dieren op’, vertelt Annick. Veel mensen zijn het land uit gevlucht en hebben hun huisdier meegenomen, maar er zijn ook vluchtelingen die hun hond of kat noodgedwongen moesten achterlaten in Oekraïne. Die dieren belanden er in de dierenasielen en hun toekomst is onzeker. Want wie gaat er nu een huisdier adopteren, wanneer ze midden in een oorlog zitten? Ik vrees dat de honden en katten er nog een hele tijd gaan zitten en dat ze alle hulp goed kunnen gebruiken. Zeker met de winter voor de deur. Daarom heb ik dierenasiel Sirius gekozen als goed doel om me voor in te zetten. Sirius is overigens het grootste dierenasiel van Oekraïne.’
Eerbetoon
Met haar deelname aan de Dodentocht is Annick niet aan haar proefstuk toe. Negen jaar geleden wandelde ze de beruchte wandeltocht al een keertje uit. Ze deed er toen 17,5 uur over. ‘Ik wandelde indertijd zoveel met mijn bordercollie Vibeke dat ik dacht: misschien moet ik maar eens meedoen met de Dodentocht’, lacht Annick.
‘Dit jaar stap ik samen met mijn man Rob als eerbetoon aan Vibeke, die in juni op 13-jarige leeftijd is overleden na een strijd tegen kanker.’
Annick gaat niet specifiek trainen voor de Dodentocht. ‘Mijn dagelijkse wandelingen met onze honden zijn mijn training. Dat was negen jaar geleden ook het geval.’