Zomer vol zwemplezier!

zwemmen honden

Plenzen en plonsen is plezant. Zeker bij warm weer kan een verfrissende duik deugd doen. Met deze tips geniet je kwispelende kameraad van een zomer vol zwemplezier.

Advertentie

Ideale zwemplek? Check!
Zwemplezier begint natuurlijk bij een veilige omgeving. Met deze checklist kan je nagaan of het om een veilige zwemplek gaat.

CHECKLIST

Een aflopende oever
Zo kan je hond zelf kiezen hoe diep hij in het water gaat en raakt hij er zelf makkelijk uit.
Opgelet voor stroming
– Niet alleen in snelstromende rivieren bestaat het risico dat je hond wordt meegesleurd. In kanalen die er op het eerste gezicht “rustig” uitzien, kan een gevaarlijke onderstroming aanwezig zijn door de aanwezigheid van sluizen en (vracht)schepen.
SOS schepen!
Ga niet zwemmen op een plek waar er veel waterverkeer is. Een zwemmende hond is vanuit een boot of (vracht)schip niet altijd zichtbaar.
Blijf uit de buurt van vissers
Zo vermijd je dat je hond hun aasemmer leegeet, een vishaak inslikt of verstrikt raakt in vislijnen.
Check de waterkwaliteit
Stilstaand water kan een broedhaard voor bacteriën zijn. In de zomer kunnen er blauwalgen in groeien. Dat zijn eigenlijk geen algen, maar bacteriën, cyanobacteriën. Je kan ze herkennen wanneer ze een drijflaag op het water vormen: een groene, turquoise of soms zelfs roodachtige, drijvende drab. Zulk water kan schadelijk zijn voor mens en dier. Dode vogels of vissen in het water kunnen wijzen op een uitbraak van botulisme, een vergiftiging met botulinetoxines. Deze gifstoffen zijn afkomstig van de bacterie Clostridium botulinum is de boosdoener. Onder specifieke omstandigheden vermenigvuldigt deze bacterie zich razendsnel: het moet boven de 20 graden Celsius zijn en het water moet eiwitrijk zijn, wat bijvoorbeeld het geval is als er veel dode dieren in liggen.
Controleer de temperatuur
Zelfs in de zomer kunnen waterlopen verrassend koud zijn. Pups, senioren en honden met weinig lichaamsvet, zoals windhonden, raken sneller onderkoeld.

Cyanobacteriën
Water besmet met cyanobacteriën herken je aan een drijvende drab op het wateroppervlak
Botulisme zwemmen hond
Soms staan er waarschuwingsborden aan besmet oppervlaktewater

Niet elke hond kan zwemmen
Niet iedere hond weet instinctief hoe hij moet zwemmen. Sommige viervoeters hebben wel degelijk “zwemlessen” nodig. Een hond zonder zwemervaring zomaar in het water droppen en hem het zelf laten uitzoeken is uit den boze! Dat kan ervoor zorgen dat je hond voor de rest van zijn leven bang blijft voor water. De eerste keer zwemmen moet een leuke ervaring zijn, geen angstaanjagende of traumatiserende gebeurtenis.
Trek je zwembroek of bikini en doe je hond een tuigje met een handvat of een zwemvest aan. Begeef je voor de eerste zwemles naar een plek met een aflopende oever. Laat je hond eerst op zijn eigen tempo op ontdekkingstocht gaan. Moedig hem daarna enthousiast aan om naar het water te gaan. Komt hij met zijn pootjes in het water? Beloon hem dan uitvoerig. 
Een hond die pootjebaden al erg spannend vindt, zal die eerste keer nog niet toe zijn aan het echte werk. Respecteer dat en blijf geduldig. De volgende zwemlessen kan je zelf steeds dieper in het water gaan en je hond aanmoedigen hetzelfde te doen. Op een bepaald moment zal je hond niet meer op de bodem kunnen staan. Normaal gezien zal hij dan peddelachtige bewegingen beginnen maken met zijn pootjes. Onzekere of onhandige viervoeters kan je ondersteunen door een hand onder hun buik te leggen.

Advertentie
zwemvest hond
Een zwemvest is ideaal voor honden die leren zwemmen

Tijdens de eerste zwemlessen kan je je hond een zwemvest aantrekken. Wat ook kan helpen: afspreken met een baasje van een hond die graag zwemt. Honden leren van elkaar. Als je beste buddy merkt dat die andere hond plezier maakt in het water, zal hij misschien zelf sneller op ontdekking gaan. In dat geval is een zwemvest wel aangeraden: als je hond enthousiast de andere hond volgt en zich plots realiseert dat zijn pootjes de grond niet meer raken, kan hij panikeren. Als hij op dat moment een zwemvest aanheeft, zal hij blijven drijven en ondervinden dat hij kan peddelen met zijn poten. Nog beter dan je hond zelf te leren zwemmen, is om een bezoekje te brengen aan een hondenzwembad of een centrum voor hydrotherapie en je er te laten bijstaan door een gediplomeerde hondenfysiotherapeut. Die kan je hond begeleiden bij zijn eerste stapjes in het water en erop toezien dat hij z’n lichaam correct gebruikt tijdens het zwemmen.

poedel zwemmen
Poedels zijn natural born swimmers

Born to swim
Sommige honden werden oorspronkelijk ontwikkeld om een taak in het water uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan de Labrador retriever, die aangeschoten vogelwild uit het water apporteerde voor de jager. Of de Portugese waterhond, die vissers assisteerde door de netten binnen te halen en spullen die overboord vielen op te vissen uit het water. De newfoundlander werd zelfs ingezet om drenkelingen uit het water te redden. Ook poedels werden traditioneel gefokt om in het water te werken. “Poedel” is afgeleid van het Duitse pudel of pudelin, wat “in het water spetteren” betekent. De opvallende trimstijl – je weet wel, die met de pomponnetjes – stond indertijd helemaal in functie van het zwemmen: zo had de poedel voldoende bewegingsvrijheid in het water, terwijl zijn vitale lichaamsdelen beschermd bleven tegen de kou en de elementen. Jagers schoren de benen, nek en staart, maar op de borst, heup, pootgewrichten en het tipje van de staart lieten ze pompons staan. De meeste harige zwemkampioenen vind je terug in FCI-rasgroep 8, die van de retrievers, spaniëls en waterhonden. Veel van deze honden hebben de ideale fysieke bouw om goed te kunnen zwemmen. Sommigen hebben zelfs zwemvliezen tussen de tenen, zoals de newfoundlander en de labrador. 

mopshond zwemmen
Kortsnuitige honden hebben vaak meer moeite met zwemmen

Moeite met zwemmen
En dan heb je natuurlijk het tegenovergestelde: honden die door hun lichaamsbouw meer moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Kortsnuitige beestjes, zoals de mopshond en de Franse buldog, worstelen vaak met hun ademhaling, waardoor ze rapper moe worden. Sommigen ademen enkel door hun mond en krijgen dan meer water binnen tijdens het zwemmen.
De combinatie korte pootjes en een lang lijf is ook nefast als het op zwemmen aankomt. Teckels, welsh corgi’s en bassethounds kunnen moeite hebben met peddelen. 
Viervoeters met een zware vacht, zoals bijvoorbeeld de puli, een hond met dreadlocks, kunnen in de problemen komen wanneer hun vacht grote hoeveelheden water absorbeert. 
Tenslotte zijn er ook honden, zoals de Engelse buldog en de bulterriër, die door de verdeling van hun lichaamsgewicht geen ideale bouw hebben om te zwemmen. 
Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen. Er zijn teckels en Franse buldoggen die zich als een vis in het water voelen, terwijl er labradors zijn die zelfs geen poot in het water willen zetten.

Foto’s: © Shutterstock

Maak deel uit van onze roedel...

In een tijd als deze is het een uitdaging om betrouwbare informatie te vinden. WOEF helpt je echter het kaf van het koren te scheiden. Onze journalistiek wordt mogelijk gemaakt door betalende lezers en zorgt ervoor dat wij je op de hoogte kunnen houden van alles wat er gebeurt in de hondenwereld. Als abonnee ben jij de drijvende kracht achter onze verrassende verhalen en onmisbare informatie voor ieder hondenbaasje. Steun ons vandaag nog door een abonnement te nemen en krijg er een cadeaubon van Maxi Zoo bovenop.  Zo word jij ook een deel van onze roedel!

Schrijf je nu in
voor de nieuwsbrief

En ontvang het allerlaatste hondennieuws rechtstreeks in je inbox.

Winkelwagen
[profilepress-registration id="2"]
[profilepress-login id="2"]