Foto: © Shutterstock
Een puppy in huis halen is meestal een vreugdevolle gebeurtenis, maar soms kan de impact op het leven die hiermee gepaard gaat negatieve emoties oproepen. Dit fenomeen staat bekend als de “puppyblues” en zou ongeveer de helft van de puppy-eigenaren treffen.
Recent onderzoek van de Universiteit van Helsinki toont aan dat de helft van de hondenbezitters tijdens de puppytijd van hun viervoeter kampt met angst, vermoeidheid of frustratie. Deze gevoelens lijken op de postnatale babyblues, een kortdurende stemmingsdaling. Hoewel “puppyblues” een bekend fenomeen is onder hondenbaasjes, was er tot nu toe nog geen wetenschappelijk onderzoek naar gebeurd.
Hondenbaasjes die last hebben van de puppyblues maken zich zorgen over het welzijn van de puppy en hun eigen tekortkomingen in de verzorging van de hond. Dat gaat gepaard met schuldgevoelens en stress. Sommige baasjes vinden het moeilijk om een emotionele band met de pup op te bouwen, wensen dat ze de puppy nooit hadden genomen en overwegen zelfs om de puppy af te staan. De constante aandacht die een pup nodig heeft, kan ook nog eens leiden tot vermoeidheid.
Een interessante bevinding van de studie is dat hoe meer tijd er verstreken was sinds de puppytijd, hoe positiever hondenbaasjes erop terugkijken. Herinneringen aan de “negatieve emoties” tijdens de puppyperiode “vervagen” dus in de loop van de tijd.