‘De boterhond liep in een rad om boter te karnen’

molenhond

Al eens gehoord van een spithond of een boterhond? Onze trouwe
vrienden zijn niet weg te denken uit de molengeschiedenis. Historicus Walter Van den Branden vertelt welke belangrijke rol ze speelden.

Advertentie

Erfgoeddag staat dit jaar in het teken van dieren. Op zondag 23 april ontdek je op de provinciale erfgoedsite Mola Molencentrum op domein Puyenbroeck  alles over de zogenaamde “hondenmolens”. ‘Dat zijn molenmechanismen die aangedreven worden door een hond’, verduidelijkt Walter Van den Branden, conservator van het molencentrum. Een hondenmolen bestond uit een loopwiel (een soort van rad of tredmolen) waarin de hond al stappend instrumenten in gang zette. 

Kip aan het spit
Wanneer hondenmolens voor het eerst werden gebruikt, is niet zeker. ‘Mogelijk bestonden ze al in het Romeinse tijdsperk, maar daar zijn geen concrete bewijzen van teruggevonden’, zegt Walter. ‘De eerste expliciete vermelding van een hondenmolen dateert van 1589, wanneer de Vlaams-Hollandse wetenschapper Simon Stevin een octrooi aanvraagt voor de spitmolen, een ronddraaiend spit waarop vlees werd gebraden. Die spitmolen werd aangedreven door een kleine hond die in een rad liep. De uitvinding werd voornamelijk in grootkeukens gebruikt, onder andere om kippen te braden. De spitmolens kwamen vooral in Engeland voor.’

Boterhonden
Aan het begin van de negentiende eeuw duiken de eerste botermolens op. ‘De botermolen wordt aangedreven door een hond die in een rad loopt, waardoor een instrument in beweging wordt gebracht dat melk karnt tot boter’, verklaart Walter. ‘Klinkt eenvoudig, maar dat was het allerminst. De hond moest ervoor getraind worden: hij moest aan een constante snelheid lopen om de boter optimaal te karnen.’
Terwijl in de spitmolens kleine hondjes de nodige kracht leverden, waren in de botermolens eerder grotere honden aan het werk, zoals herdershonden, dogachtigen of middelgrote jachthonden. Na hun arbeid kregen ze vaak een beloning: een portie verse karnemelk. 
‘Vaak combineerden honden twee jobs: die van boterhond en van karrenhond. Hondenkarren werden indertijd gebruikt om melk van de boerderij naar klanten in de stad te vervoeren. Toen mijn vader ongeveer veertien jaar oud was, had hij ook een eigen hondenkar. Samen met zijn Tervuerense herder trok hij van de boerderij met graan naar de windmolen, waar het werd gemalen tot meel. Ook zijn hond werkte af en toe in een botermolen. Mijn vader vertelde me altijd dat z’n hond dat heel graag deed, omdat het dier ervoor beloond werd. Boterhonden werkten in shiften: raakte de ene hond vermoeid, dan werd hij afgelost door een andere hond, tot de boter klaar was.’ 

molenhond
Onbekende hondenmolen. (1930)

Een haar in de boter
Tegen het einde van de negentiende eeuw zat de botermolen in de lift. ‘De overbrengingstechniek stond toen op punt en dankzij de industriële revolutie was metaal goedkoper geworden. De botermolens waren populair en raakten sterk verspreid. In 1910 telde Vlaanderen 13.017 botermolens.’ 
Maar al even snel als ze opkwamen, verdwenen ze ook weer. De spreekwoordelijke haar in de boter was de commercialisatie van (elektro)motoren, die de botermolen overschaduwden. ‘Vandaag blijven er in Vlaanderen nog 12 botermolens over.’

Molenhond
Een waterpomp die door een hondenwiel wordt aangedreven.

Andere toepassingen
De hondenmolen kende nog meer toepassingen. ‘In de smederij werden hondenmolens vooral gebruikt om de blaasgalg van het vuur aan te drijven’, vertelt historicus Walter. ‘Hiervoor werden kleine honden ingeschakeld, vergelijkbaar met de spitmolenhonden. ‘Messenmakers hadden een hondenmolen als “motor” voor de slijpstenen. Nog een toepassing was in de tuinbouw en bloementeelt, voor het oppompen van water om planten mee te bewateren. Tuinbouwhondenmolens kwamen vooral voor in de streek rond Gent, gezien de sector er in de negentiende eeuw opbloeide. In het park van Beervelde kan je vandaag nog zo’n tuinbouwhondenmolen bezichtigen.’

Advertentie
molenhond
De hond van een nagelsmid op de dorpel van de smidse waar hij gedurende 17 jaar het tredwiel deed draaien. (Bohan, 1930)

Ongedierteverdelgers
Honden waren ook onmisbaar in water- en windmolens waar meel of zadenolie werd geproduceerd. ‘Granen en zaden trekken ongedierte aan. Kleine honden, meestal terriërs, moesten er de ratten en muizen vangen. De molenaars verkozen honden boven katten, omdat katten de neiging hadden hun behoefte in het meel of graan te doen. Dat was lekker zacht, een beetje zoals kattenbakvulling. Honden deden dat niet en waren ook efficiënte ongedierteverdelgers.’

Meer weten over de rol van honden en andere dieren in het molengebeuren? Breng dan op Erfgoeddag een bezoekje aan Mola Molencentrum. 

Met dank aan het werk “Hondenmolens” (1999) van Jan Delcour.

ERFGOEDDAG
zondag 23 april
10 tot 18 uur
www.molamolencentrum.be
www.oost-vlaanderen.be/erfgoeddag

TEKST: Evi Maveau
FOTO’S:  “Hondenmolens” (1999) van Jan Delcour

Maak deel uit van onze roedel...

In een tijd als deze is het een uitdaging om betrouwbare informatie te vinden. WOEF helpt je echter het kaf van het koren te scheiden. Onze journalistiek wordt mogelijk gemaakt door betalende lezers en zorgt ervoor dat wij je op de hoogte kunnen houden van alles wat er gebeurt in de hondenwereld. Als abonnee ben jij de drijvende kracht achter onze verrassende verhalen en onmisbare informatie voor ieder hondenbaasje. Steun ons vandaag nog door een abonnement te nemen en krijg er een cadeaubon van Maxi Zoo bovenop.  Zo word jij ook een deel van onze roedel!

Schrijf je nu in
voor de nieuwsbrief

En ontvang het allerlaatste hondennieuws rechtstreeks in je inbox.

Winkelwagen
[profilepress-registration id="2"]
[profilepress-login id="2"]