Uit een recente studie blijkt dat er een overeenkomst is tussen het brein van baby’s en dat van honden. Ze zijn allebei afgestemd op een specifieke menselijke spraakstijl.
Wanneer volwassenen tegen een baby praten, passen ze vaak onbewust hun spraakstijl aan. Ze spreken met een hogere toonhoogte, overdreven intonatie en eenvoudigere zinnen: met een zogenaamd “babystemmetje”. Eerdere studies toonden aan dat baby’s aandachtiger zijn wanneer ze op die manier worden aangesproken. Hun hersenen zijn als het ware afgestemd op deze spraakstijl. Ook wanneer we met honden praten, hebben we de neiging om zo’n babystemmetje te gebruiken.
Hongaarse onderzoekers van de Eötvös Loránd-universiteit onderzochten of het brein van honden ook daadwerkelijk gevoeliger is voor deze spraakstijl. De wetenschappers lieten negentien gezinshonden spraakopnames horen van twaalf mannen en twaalf vrouwen, telkens gericht aan een hond, een baby of een volwassene, in realistische interacties. Terwijl de honden naar daarnaar luisterden, werd hun hersenactiviteit gemeten met een functionele MRI-scan. (Tekst gaat verder onder afbeelding.)
Honden luisteren beter naar vrouwen
Op de MRI-scan was te zien dat de geluidsverwerkingsgebieden in de hersenen van de honden meer reageerden op spraak gericht aan honden en baby’s dan op spraak gericht aan volwassenen. Opvallend: deze hersengebieden bleken vooral gevoelig voor vrouwelijke stemmen, vooral wanneer de vrouwen een “babystemmetje” gebruikten.
Deze studie toont aan dat de aan dat de hersenen van honden afgestemd zijn op spraak die specifiek naar hen gericht is. Deze gerichte spraakgevoeligheid is mogelijk een bewijs voor een “neurale voorkeur” die honden hebben ontwikkeld tijdens de domesticatie. De bevindingen van het onderzoek werden gepubliceerd in het vakblad Communications Biology.
Foto: Shutterstock