OORSPRONG
Zoals de naam doet vermoeden, hebben we deze maand te maken met een oer-
Hollands ras. Het eerste exemplaar van het kooikerhondje werd gespot in de tweede helft van de zestiende eeuw. Toen pende de geschiedschrijver Pieter Hooft in zijn boek Nederlandsche Historiën enkele zinnen neer over een viervoeter die verdacht veel aan het ras doet denken. Hooft schreef over de trouwe metgezel van niemand minder dan Willem van Oranje, de Nederlandse “Vader des Vaderlands”.
Een eeuw later brengt kunstenaar Jan Steen de voorlopers van het kooikerhondje tot leven in zijn portretten. Ook in de achttiende en negentiende eeuw duikt deze langharige schone op, zowel in familieportretten als in andere schilderijen. Wanneer het kooikerhondje niet poseerde voor schilderijen, was deze spring-in-’t-veld vooral druk in de weer als jachthond.
Terwijl veel jagers hun jachthonden trainden op het vangen van loslopend wild, werd het kooikerhondje ingeschakeld om eenden te lokken. Samen met de kooibaas lokte hij rondtrekkende watervogels in een fatale val. De afgelopen eeuwen telde Nederland om en bij de drieduizend eendenkooien en kooiplassen, oftewel vijvers met enkele smalle uitlopers, die omringd waren met een soort schutting. Het was aan het kooikerhondje om de eenden – die tijdens het jachtseizoen op doortocht waren – naar deze versmalde waterwegen te leiden. Dat deed hij door gebruik te maken van de schutting op de oevers van de waterloop: door telkens weer te verschijnen en erachter te verdwijnen. Het kooikerhondje wakkerde de nieuwsgierigheid van de eenden aan. Geboeid door het schouwspel, volgden de watervogels de hond vanop het water, doorheen een steeds smaller wordende waterweg, om uiteindelijk in de eendenkooi te belanden. Daar werden ze door de kooibaas hardhandig de nek omgewrongen.
Naast eenden beetnemen, waren kooikerhondjes ook de bewakers van het erf en de verdelgers van ongedierte. Naarmate er in de achttiende en negentiende eeuw steeds meer eendenkooien verdwenen, daalde ook het aantal kooikerhondjes. Vooral aan het begin van de twintigste eeuw was een drastische achteruitgang merkbaar. Toch duurde het tot begin de jaren veertig van de vorige eeuw voordat een zekere Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol op het toneel verscheen. Zij ging zich ontfermen over het voortbestaan van deze prachtige, lichtvoetige hondjes.
De Nederlandse barones ging op zoek naar geschikte honden, om een kweekprogramma te starten en op die manier het ras de noodzakelijke boost te geven. Zo belandde het Friese teefje Tommie op haar pad. Zij wordt vandaag nog steeds aanzien als de moeder der kooikerhondjes. Toen Tommie in 1942 voor het eerst een nestje had, was het voortbestaan van de kooikerhondjes ingezet.
Vandaag wordt het kooikerhondje vooral gehouden als gezelschapshond. Hoewel deze hondjes nog niet al te vaak in het straatbeeld verschijnen, neemt hun populariteit met de jaren toe.
RASKENMERKEN
Het meest opmerkelijke aan het uiterlijk van het kooikerhondje, zijn zonder twijfel de zogeheten oorbellen. Deze zwarte haarpunten zijn een waar handelsmerk, die de fluweelzachte, langharige oren des te meer accentueren. Als het niet zijn elegante pas en gestalte zijn die menig hondenliefhebber doen smelten, dan zijn het ongetwijfeld de amandelvormige ogen die niets dan liefde uitstralen. Maar let op, want achter dit vertederende snoetje gaat ook een pittige viervoeter schuil.
KARAKTER
Deze Nederlandse schone is een veelzijdige viervoeter, die meestal vrolijk en energiek voor de dag komt. Het is een heldhaftig en alert ras, dat zeer gedreven is om te werken. Een levendige metgezel dus, die dagelijks een stevige portie beweging kan gebruiken.
Wie een kooikerhondje in huis haalt, zal zich niet snel vervelen, want deze energiebom staat als het moet dag en nacht “aan”. Gezien zijn verleden als jager, is het kooikerhondje ook de perfecte kandidaat voor het betere speurwerk, flyball, agility en noem maar op. Waarmee je hem ook ontzettend blij kunt maken, is een frisse duik in het water. De eendjes neemt hij er graag bij.
Dit ras heeft naast regelmatige beweging ook mentale uitdagingen nodig om zijn intelligente kopje fris te houden. Deze viervoeter kan zeer actief en zelfstandig door het leven gaan, maar ook op een rustige en beheerste manier samenwerken met zijn baasje. Wat de kooikerhond ook uniek maakt, is zijn gevoel voor gebarentaal. Deze behendigheid is een overblijfsel uit zijn werkverleden, toen de kooibaas zijn viervoeter vaak vanop afstand met handgebaren aanstuurde.
Net omdat het zo’n intelligente hond is, kan de kooikerhond ook een tikkeltje eigenwijs zijn. Of het een grote knuffelaar is, hangt van het moment af. In sommige gevallen springt deze Nederlandse schone op de schoot voor een stevige knuffel, terwijl hij op andere momenten graag wat onafhankelijker en afzijdiger voor de dag komt. Kortom, een veelzijdig karaktertje.
OPVOEDING
Kooikerhondjes zijn van nature eenkennig, wat een grondige socialisatie cruciaal maakt om ze naar onbekenden toe voldoende zelfvertrouwen te geven. Dat goede socialisatieproces begint bij de fokker. Die moet ervoor zorgen dat zijn pups tijdens de eerste weken voldoende prikkels krijgen, zodat ze kunnen wennen aan het dagelijkse reilen en zeilen in onze steeds drukker wordende maatschappij. Net omdat het ras aanleg heeft om overprikkeld te raken, is het belangrijk om het socialisatieproces op een rustig tempo op te bouwen.
Over het algemeen houdt dit ras vooral van een gestructureerd en voorspelbaar leven. Wat geen routine mag worden, is dat onze Nederlandse vriend uren en dagen aan een stuk alleen moet zijn. Daar wordt geen enkele hond vrolijk van. Het kooikerhondje kan alleen thuisblijven, mits er regelmaat in zit. Maar hem van ‘s morgens tot ‘s avonds alleen laten, is af te raden. Deze pittige knaap heeft fysieke en mentale uitdagingen nodig om te kunnen floreren.
GEZONDHEID EN VERZORGING
Elke rashond heeft z’n kwaaltjes. Gelukkig is het lijstje van aandoeningen dat van toepassing is op het kooikerhondje niet al te lang. Het ras is gevoelig voor de ziekte van Von Willebrand, een bloedstollingsziekte. Kooikerhondjes kunnen ook last krijgen van polymyositis of een meervoudige spierontsteking. Er bestaan twee varianten hiervan. Een eerste variant zorgt voor loopproblemen, veroorzaakt door spierzwakte of stijfheid. Een tweede variant kan problemen met eten, drinken en slikken veroorzaken. Viervoeters die één of beide types hebben, kunnen ook sloom voor de dag komen, kortademig zijn, last hebben van algemene zwakte of gewichtsverlies. Verder is het bij dit ras opletten voor epilepsie en patellaluxatie, een aandoening waarbij de knieschijf los zit.
LEVEN MET EEN KOOIKERHONDJE
Het kooikerhondje is een veelzijdige viervoeter. Aan de ene kant is het een brok energie, die zowel van een fysieke als mentale uitdagingen houdt. Aan de andere kant is het ras zeer gesteld op routine en structuur. Wie een hond wil om mee te pronken, heeft aan de kooikerhond geen goede partner. Deze rakker is geen feestbeest, dat de ambitie heeft om zoveel mogelijk mensen te leren kennen en te pleasen. Het kooikerhondje is eerder een stille genieter, die niets liever doet dan met zijn baasje en familie een beweeglijk, uitdagend, maar ook rustig en stressloos leven te leiden.