OORSPRONG
Het is een opluchting om te weten dat de Welsh corgi niet afkomstig is uit Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. Nee, dat was niet onze huiskat die even over mijn toetsenbord gehuppeld kwam, maar de naam van een echt dorp in Wales. Hoewel de oorsprong van de Welsh corgi wel degelijk in Wales ligt, komt hij dus niet uit dat dorpje, maar wel uit de graafschappen Pembrokeshire en Cardiganshire Dat is maar goed ook, want de twee Welsh corgi-varianten die we vandaag kennen, zijn vernoemd naar hun herkomstplaats. Stel je voor dat deze rassen wél uit Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch zouden komen, zou dit artikel drie keer zo lang zijn geweest en zou ik ook nog eens werkonbekwaam zijn vanwege zwaar overbelaste vingers. Gelukkig is dat niet het geval en kunnen we ons focussen op interessantere eigenschappen van deze honden, zoals hun korte pootjes en hun grote persoonlijkheden.
De rasnaam van de Welsh corgi verwijst niet alleen naar zijn herkomst, maar ook naar zijn unieke postuur. De term ‘corgi’ is een samentrekking van de twee Welshe woorden ‘cor’ en ‘ci’ wat respectievelijk “dwerg” en “hond” betekent. In de volksmond wordt de Welsh corgi ook wel eens de ‘one yard dog” genoemd, waarmee bedoeld werd dat de hond van de punt van zijn neus tot aan het puntje van zijn staart one yardzou meten.
De eerste corgi-achtigen zouden al in het begin van de tiende eeuw in de streken rond Wales hebben rondgelopen. Deze honden kregen een contract van onbepaalde duur aangeboden binnen de veeteeltsector. Een baantje waarvoor je wel uit een heel bijzonder type hout gesneden moest zijn. Beeld het je in: koppige koeien escorteren naar de weiden, ze bewaken en ze terug naar huis brengen om gemolken te worden, en dat allemaal in een koud, nat en winderig land met pittige heuvels. Met zijn kleine formaat, groots karakter en dichte vacht was de Welsh corgi de perfecte kandidaat voor deze moeilijke job. Hij kon makkelijk in de hielen van het vee happen om hen de juiste richting uit te sturen en als een koe hem dan toch eens van antwoord wilde dienen met een flinke trap, was de Welsh corgi dermate klein en snel dat hij de hoeven moeiteloos kon ontwijken. Hij liet zich ook niet makkelijk van de wijs brengen en zijn weersbestendige vacht bood bescherming tegen het gure Welshe weer. Kortom, een taaie krachtpatser op korte pootjes!
Zoals bij veel hondenrassen het geval is, kwam bij het fokken van de Welsh corgi na verloop van tijd steeds meer de focus op het uiterlijk te liggen. In Pembrokeshire gaven de bewoners de voorkeur aan corgi’s met een korte staart en een maximale schofthoogte van 30 centimeter. In Cardiganshire daarentegen mochten de corgi’s wat groter en zwaarder zijn, en een lange staart behouden. Deze onenigheid zorgde ervoor dat de twee groepen hun corgi’s naar hun respectieve regio’s begonnen te vernoemen, waardoor de Welsh corgi pembroke en de Welsh corgi cardigan zijn ontstaan. In 1925 besloten liefhebbers van de Welsh corgi zich te verenigen en richtten ze een club op. Omdat de oprichters voornamelijk aanhangers waren van het pembroke-type, raakte de cardigan geleidelijk op de achtergrond. Op hondententoonstellingen werden beide varianten aanvankelijk als één ras beoordeeld, wat vaak leidde tot felle discussies over partijdigheid van de jury. Uiteindelijk leidde de aanhoudende verdeeldheid ertoe dat de Kennel Club van Groot- Brittannië in 1934 besloot om de corgi officieel te splitsen in twee aparte rassen: de Pembroke en de Cardigan. Na deze beslissing bleef de pembroke de populairste variant, mede door de invloed van Koningin Elizabeth II. Sinds de jaren ’30 van de vorige eeuw had de Britse koninklijke familie een duidelijke voorliefde voor het ras, wat onder meer blijkt uit het bronzen standbeeld van de moeder van Koningin Elizabeth II op The Mall in Londen, waar zij samen met haar twee corgi’s is afgebeeld. Koningin Elizabeth II zelf had gedurende haar leven meer dan dertig corgi’s, waarbij de keuze altijd op Pembrokes viel. Het volk volgde haar voorbeeld en het aantal ingeschreven Pembrokes steeg snel. De Cardigan heeft van nature altijd een lange staart, terwijl de Pembroke bij de geboorte een korte of een lange staart kan hebben. Bij Pembrokes die werden geboren met een staart, werd in het verleden de staart soms gecoupeerd. Toen het couperen van de staart in meer en meer landen verboden werd, kende het ras een terugval. Sommige fokkers stopten zelfs helemaal met het fokken van dit ras vanwege de nieuwe wetgeving, waardoor de Cardigan langzaam maar zeker terrein begon te winnen. In de afgelopen jaren lijkt het er zelfs op dat de Cardigan de Pembroke in populariteit aan het inhalen is.
RASKENMERKEN
Hoewel de Welsh corgi Cardigan en de Welsh corgi Pembroke tot 1934 door elkaar werden gefokt, zijn er toch enkele duidelijke verschillen tussen de twee, bijvoorbeeld qua vachtkleur. De vacht van de Cardigan kan blue merle, brindle, rood, sable of tricolor zijn. Hij kan witte aftekeningen hebben op zijn hoofd, nek, borst, onderkant, poten, voeten of op de tip van zijn staart. Kleuren die voorkomen bij de Pembroke zijn rood, sable, fawn en black and tan; met of zonder witte aftekeningen op de poten, borst of nek. Een beetje wit op het hoofd en het aangezicht is toegestaan volgens de rasstandaard. De vachtverzorging is doorgaans eenvoudig. De stokharige vacht vereist meestal slechts een borstelbeurt om de één à twee weken. Tijdens de ruiperiode is het echter aan te raden om wat vaker te borstelen om te voorkomen dat de losgekomen haren door het hele huis verspreid raken. Hou er rekening mee dat Welsh corgi’s enorm veel haren verliezen. Als je deze hond aanschaft, kan je maar beter ineens in een goede stofzuiger investeren.
KARAKTER
Dit hondenras lijkt nooit met het foute pootje uit zijn mand te stappen. Hij is altijd vrolijk. Welsh corgi’s zijn actief, speels en hebben een groot uithoudingsvermogen. Ze willen continu bezig zijn en overal bij betrokken worden. Krijgen ze niet genoeg aandacht, dan zullen ze die ongetwijfeld op allerlei manieren opeisen. Om al zijn energie kwijt te kunnen, heeft de corgi dagelijks voldoende beweging nodig. Daarom is deze hond beter geschikt voor een eigenaar met een ruime tuin dan voor iemand die in een klein appartement woont. Bovendien zijn corgi’s redelijk waaks. Ze kunnen dus nogal blafferig zijn, iets wat boven- of onderburen misschien niet erg zullen appreciëren. De corgi moet elke dag minstens een uur zich volledig kunnen uitleven in de buitenlucht. Als hij voldoende beweging krijgt, zal hij zich goed in zijn vel voelen en een aangenaam huisgenootje zijn. Ondanks hun kleine formaat zijn Welsh corgi’s verrassend snel en hebben ze een indrukwekkend uithoudingsvermogen. Vergeet niet dat deze kleine honden afstammen van stoere herdershonden, en dat zie je terug in hun karakter.
OPVOEDING
Waar de Welsh corgi vroeger bekend stond als een professionele hielenbijter, kun je hem tegenwoordig beter omschrijven als een doorgewinterde hielenlikker. Dit hondenras vindt het fijn om zijn baasje te gehoorzamen, hard voor hem te werken, en hem gelukkig te maken. Maar dat betekent niet dat de Welsh corgi onderdanig is. Integendeel, hij heeft eerder de neiging om zijn omgeving te commanderen. Zijn pittige karakter maakt hem niet geschikt voor iedereen. Alleen baasjes die een consequente opvoeding kunnen garanderen, komen in aanmerking om deze kwajongen een warme thuis te bieden. Vooral in het eerste levensjaar kan de Welsh corgi hevig puberen en is het belangrijk om de huisregels strikt na te leven. Wat je hem in deze periode toestaat, kan later moeilijk af te leren zijn. Tijdens zijn puberteit kan de Welsh corgi ook proberen grenzen af te tasten. Maar met veel geduld, begrip en een positieve en consequente aanpak met veel beloningen komt het wel goed.
Ondanks zijn eigenzinnige karakter is de Welsh corgi goed te trainen. Hij is een intelligente, enthousiaste en leergierige hond. Nieuwe commando’s en trucjes leren is voor dit ras een fluitje van een cent. De werklustige Welsh corgi heeft een bezigheid nodig. Je doet hem een groot plezier met apporteerspelletjes, ravotten in de tuin, zoekspelletjes, hondenpuzzels… Hij kan zich ook helemaal uitleven in verschillende hondensporten zoals gehoorzaamheid, agility, dogdance of speuren. Corgi’s die zich vervelen of te vaak alleen moeten blijven kunnen ongewenst gedrag vertonen, zoals slopen, het achternajagen van alles wat beweegt, happen… Je biedt de corgi dus maar beter voldoende bezigheden aan, anders verzint hij zelf wel een alternatief om de tijd te doden.
GEZONDHEID EN VERZORGING
De Welsh corgi kan over het algemeen een gezond en lang leven leiden, maar er zijn enkele aandoeningen waar dit ras iets vatbaarder voor is. Zo kunnen corgi’s blind worden. Dit komt doordat ze aanleg hebben voor een erfelijke aandoening genaamd progressieve retina atrofie (PRA). Dit is een degeneratieve aandoening van het netvlies die uiteindelijk kan leiden tot volledige blindheid. Als je overweegt een Welsh corgi in huis te nemen, hoef je echter niet al te bezorgd te zijn over deze aandoening, mits je je hond bij een erkende fokker haalt. Tegenwoordig bestaan er tests om deze ziekte op te sporen, en goede fokkers laten hun dieren testen, zodat dragers uit de foklijnen kunnen worden verwijderd. Goede fokkers laten ook de ouderdieren nakijken op heupdysplasie (HD), een ontwikkelingsstoornis van het heupgewricht waarbij de heupkop niet goed in de heupkom past. Dat kan pijnlijk zijn en leiden tot slijtage van het gewricht. Heupdysplasie heeft een erfelijke component, maar wordt ook veroorzaakt door omgevingsfactoren, zoals onjuiste voeding, overgewicht, een foute hoeveelheid lichaamsbeweging en foutieve bewegingen tijdens de groei. Nog een aandoening die de Welsh corgi kan treffen is degeneratieve myelopathie, een fatale ziekte die gepaard gaat met rugproblemen. De aandoening manifesteert zich als zwakte en coördinatieverlies in de achterste ledematen. De hond zal eerst beginnen waggelen en struikelen. In een later stadium verliest hij alle controle over het achterste deel van zijn lichaam, waardoor hij dit over de grond gaat voortslepen. Eens incontinentie begint op te treden, gaat het snel verder bergaf met de gezondheid van de hond. Uiteindelijk worden de vitale organen aangetast en kan het dier sterven.
LEVEN MET EEN WELSH CORGI
Nog steeds niet betoverd door de charmes van de corgi? Dan kunnen de feeën misschien eens een extra inspanning leveren met hun kleine toverstafjes. Volgens een mythe heeft de Welsh corgi immers een wel heel bijzondere relatie met feeën. ’s Nachts zouden deze kleine hondjes wegglippen naar de feeën in het bos, waar ze de sprookjesfiguren hielpen door hun kleine koetsjes voor te trekken en als rijdier te fungeren in oorlogstijd. Bij sommige Welsh corgi’s kan je het kleine elfenzadel op hun rug zelfs nog zien. Het zadel zou wel alleen zichtbaar zijn voor mensen met een goed hart. Kan jij het zien?