Niet elke hond wil spelen met andere honden. Maar, is dat wel “normaal”? En heeft dat te maken met de opvoeding? Ontdek het allemaal in dit artikel.
We vinden het leuk om te zien hoe honden heerlijk met elkaar spelen. Er bestaan zelfs speciale losloopzones die daarvoor worden gebruikt. Maar bij een interactie tussen honden kan er van alles “misgaan”. Het is dus aangeraden om het onderling contact tussen honden goed te kunnen inschatten en te kunnen vertalen wat je ziet.
Onnatuurlijk
Oorspronkelijk leefden honden samen in een roedel met een eigen territorium, zoals wolven nu ook nog leven in het wild. Die groepen bestonden uit familie en nakomelingen. Honden leefden dus in hun eigen gebied met hun eigen groep. In die zin is het eigenlijk onnatuurlijk dat wij nu met onze hond – vaak in zijn eentje – allerlei verschillende wandelgebieden bezoeken, waar we dan ook nog eens allemaal vreemde honden tegenkomen. Het is dus niet abnormaal als je hond niet meteen met vreemde honden wil spelen. Sommige honden doen dat wel. Maar de honden die dit niet doen, zijn zeker geen uitzondering. Een afgesloten veldje met allerlei (vreemde) honden, is nóg lastiger voor een hond die niet direct met Jan en alleman contact wil. (Tekst gaat verder onder foto.)
‘Oorspronkelijk leefden honden in hun eigen roedel. Het is dus niet abnormaal als je hond niet wil spelen met onbekende honden’
Vrienden
Veel honden hebben een aantal “vrienden”. Dit zijn vaak honden die ze goed kennen. Vrienden zijn vertrouwd: je weet wat je ervan kunt verwachten. In die zin zijn honden niet anders dan mensen. De ene hond is vrienden met iedereen die hij tegenkomt, de andere is selectiever. Er is geen goed of fout. Het is vaak de aard van het beestje. Een allemansvriend vindt iedereen leuk en aardig. Een ander is meer op zichzelf en vermijdt mogelijk zelfs andere honden. Dit zegt niet altijd iets over de opvoeding. Het kan in sommige gevallen wel het gevolg zijn van een gebrekkige socialisatie of een vervelende ervaring uit het verleden. Maar het kan evengoed aanleg zijn.
Speelstijl
Hondenvrienden kunnen andere honden zijn die een vergelijkbare manier van spelen hebben. Dit kan ervoor zorgen dat de honden een echte “klik” hebben met elkaar. Zo houden sommige honden ervan om te worstelen, waarbij ze innig fysiek contact hebben. Andere honden rennen liever achter elkaar aan als een soort van “pak-me-dan-als-je-kanspelletje”. Bij die laatste speelstijl kan een hond zelfs de voorkeur hebben voor voorop lopen of er achteraanrennen. Het kan ook afwisselen tussen de honden, waarbij ze om de beurt achter elkaar aanrennen. Andere honden spelen vooral met hun bekken. Hier kan een hoop gegrom aan te pas komen.
Honden met speelstijlen die sterk van elkaar verschillen, laten elkaar in het beste geval links liggen. Het is niet de bedoeling is dat de ene hond de andere hond zijn speelstijl oplegt, als duidelijk is dat de andere hond hier niet op zit te wachten. Achter elkaar aanrennen kan dan bijvoorbeeld een onaangename najaagpartij worden. Spel moet altijd voor beide partijen plezierig zijn.
Werkhonden
Honden die erom bekend staan graag samen te willen werken met hun eigenaar, zoals herdershonden, zijn over het algemeen meer gericht op spelen met (of een taak uitvoeren voor) de eigenaar. Het kan goed zijn dat die hond niet zit te wachten op interactie met andere honden. Bepaalde hondenrassen zijn ook niet gefokt op hun goede onderlinge sociale vaardigheden. Er zijn zelfs rassen gefokt om het gevecht aan te gaan met soortgenoten.
In een rasbeschrijving lees je vaak terug hoe hondenras is in de omgang met soortgenoten. Hoe een hond contact heeft soortgenoten, zie je nog niet bij pups. Dit gedrag kan veranderen wanneer het dier volwassen wordt. (Tekst gaat verder onder foto.)
Negeren
Is je hond uiteindelijk helemaal niet gediend van contact met soortgenoten? Leer hem dan andere honden te negeren. Hij hoeft er niets mee als hij dat niet wil. Ook als een hond eenmaal een verkeerde focus heeft op soortgenoten, is ander gedrag (negeren) aan te leren.
Er bestaan hondenrassen die over het algemeen erg makkelijk in de omgang zijn met andere honden en veel interactie met vreemde honden accepteren of zelfs waarderen. Binnen een ras kan hier verschil in zitten per raslijn. Wil je graag een hond waarbij de kans groot is dat hij zeer toegankelijk is voor soortgenoten? Ga te rade bij rasverenigingen en fokkers, of kies een volwassen hond waarvan al bekend is dat hij graag contact met soortgenoten heeft.
‘Als een hond niet ingaat op een speluitnodiging, moet de initiërende hond het daarbij laten. Ook dat is een onderdeel van gewenst gedrag’
Ontmoeting
Als twee onbekende honden elkaar ontmoeten, dan maken ze (als het goed is) eerst kennis door aan elkaar te snuffelen. Ze snuffelen daarbij ook vaak aan elkaars achterste. Sommige honden vinden dit iets te direct en nemen graag eerst de tijd om op afstand te wennen aan een andere hond. Het is goed om te weten welke voorkeur je eigen hond heeft, zodat je daar rekening mee kunt houden. Je hebt de grootste kans op een succesvolle kennismaking als je de voorkeuren van de honden respecteert. Een bange of onzekere hond kan je het beste voorstellen aan een rustige, stabiele andere hond, om goede ervaringen op te doen.
Soms zal er in een verdere kennismaking door de honden uitgedaagd worden tot spel. Om de beurt, of door één van de twee. Een hond doet dit door het maken van een spelboog: de hond heeft dan de billen in de lucht en zakt daarbij door zijn voorpoten. Gaat de andere hond hier niet op in, dan moet de initiërende hond het daarbij laten. Ook dat is onderdeel van gewenst gedrag naar soortgenoten. (Tekst gaat verder onder foto.)
Problematisch gedrag naar soortgenoten
Een hond die spanning ervaart bij het ontmoeten van een andere hond, kan op verschillende manieren reageren. Het is dus belangrijk om spanningssignalen te herkennen bij je hond en bij andere honden. Een hond kan spanning ervaren omdat hij bijvoorbeeld bang of onzeker is. Spanningssignalen duiden niet op agressie, maar verraden wel dat de hond zich niet op zijn gemak voelt. Een hond kan vanuit spanning of angst willen vluchten, maar ook verstijven of aanvallen (bijvoorbeeld blaffen, uitvallen, aanvallen of bijten).
Er bestaan ook honden die de signalen van soortgenoten niet goed (kunnen) lezen en ondanks de spanningssignalen of duidelijke gedragingen van een andere hond, interactie blijven zoeken. Dit kan gemakkelijk eindigen in ruzie tussen de honden.
Als eigenaar dien je op de juiste manier met ongewenst gedrag aan de slag te gaan. Daarvoor is het nodig om de taal van je eigen hond en andere honden goed te begrijpen, hier op de juiste manier op te reageren en je eigen hond te trainen op beter gedrag.
Meer weten?
Gratis leren spanningssignalen herkennen? Dat kan hier.
Trainen met je hond om gewenst gedrag in reactie op andere honden aan te leren? Ontdek de online cursus hier.
Tekst en foto’s: Judith Fick