Iedereen kent de labrador, de dalmatiër en de chihuahua. Maar er zijn ongeveer 350 erkende hondenrassen.
Deze 13 heb je misschien nog nooit in het echt gezien. (Foto’s: Shutterstock)
1. Tarsus çatalburun
Hond met “twee neuzen”
Ok, twee neuzen is misschien een beetje overdreven, maar het meest opvallende kenmerk van de Tarsus çatalburun is zijn “in twee gespleten” neus. “Tarsus” is een stad in het zuiden van Turkije aan de Middellandse Zee. Het is daar dat deze hond al honderden jaren wordt gefokt. “Çatalburun” betekent “gevorkte neus”. Het linker- en rechterneusgat van deze Turkse jachthond zijn van elkaar gescheiden door een diepe groef of spleet. Daardoor lijkt het alsof deze hond twee aparte neuzen heeft met elk één neusgat. Of het te maken heeft met zijn bijzondere neusstructuur, is niet geweten, maar één ding is wel zeker: de Tarsus çatalburun heeft een zeer scherp reukvermogen. Tijdens de jacht op patrijzen en fazantachtigen volgt hij tegelijkertijd geuren in de lucht en op de grond.
Het is een staande hond: hij duidt aan waar het wild zich bevindt door een bepaalde houding aan te nemen. Vervolgens schiet de jager het neer. Tegenwoordig wordt de Tarsus çatalburun ook getraind als detectiehond, bijvoorbeeld voor het opsporen van drugs en explosieven. Ondanks zijn snuffeltalent, is deze Turkse viervoeter nog geen internationaal erkend hondenras. Het is een zeldzaam ras: er leven naar schatting zo’n tweehonderd exemplaren.
2.Cimarrón Uruguayo
Survival of the fittest
De cimarrón Uruguayo is het enige hondenras dat afkomstig is uit Uruguay, een land in Zuid-Amerika. Hij stamt af van de honden die er werden achtergelaten door Spaanse en Portugese kolonisten. Die honden leefden in het wild en kruisten onderling. De cimarrón was het resultaat van natuurlijke selectie: alleen de sterkste, slimste en gezondste exemplaren overleefden.
Aanvankelijk – we zitten ergens in de achttiende eeuw – werd deze hond niet als man’s best friend beschouwd in Uruguay. Dat hij zichzelf af en toe trakteerde op een lekker hapje uit de veestapel, werd hem niet in dank afgenomen. Dat hij af en toe mensen aanviel nog minder. Resultaat: er ontstond zoiets als de “cimarrónjacht”. De regering reikte zelfs premies uit voor iedere gedode hond. Uiteindelijk begon het tij te keren. De inwoners van Uruguay begonnen de honden te waarderen en domesticeren. De cimarrón bleek een uitstekende arbeidskracht te zijn voor allerlei klusjes: hij waakte over landgoed, werkte als herdershond en schopte het zelfs tot reddingshond.
Vandaag is de cimarrón een hond die inspireert. Zijn straf overlevingsverhaal maakte van hem een nationaal symbool in Uruguay. Deze molosserachtige hond is zelfs de mascotte van het nationale leger.
3. Noorse lundehund
Rotsklimmende hond
Voordat we het over deze hond kunnen hebben, moeten we eerst even de regio waarvan hij afkomstig is schetsen: de Lofoten. De Lofoten zijn een eilandengroep in het noorden van Noorwegen. Deze 80-tal eilanden staan bekend om hun indrukwekkende fjorden met dramatische kliffen, groene dalen en mooie stranden. Het is op deze magische plek dat de Noorse lundehond is ontstaan. Dit hondenras is een evolutionair hoogstandje: hij ontwikkelde bijzondere fysieke kenmerken, helemaal afgestemd op zijn omgeving en zijn functie.
De Noorse lundehond werd ingezet voor de jacht op papegaaiduikers. Dat zijn zeevogels met een pinguïnachtig uiterlijk die in kolonies broeden. Ze maken hun nesten op kliffen aan zee. Daar graven ze nestgangen van ongeveer één à twee meter. Aan het einde van die gang maken ze een kuiltje waarin ze hun ei leggen. Het vlees van papegaaiduikers was een delicatesse en hun veren werden gebruikt om beddengoed te maken. De Noorse lundehund werd gebruikt voor de jacht op deze vogels. Daarvoor moest hij steile, glibberige rotswanden kunnen beklimmen. Daarom heeft hij zes tenen en acht voetkussens per pootje: voor een groter contactoppervlak en dus meer grip op de steile kliffen. Nog een bijzonder kenmerk: hij kan zijn voorpoten zijdelings strekken. Al die anatomische kenmerken maken van hem een fantastische klimmer.
Klimmen is niet het enige talent van de Noorse lundehond. Ook speleologie is zijn ding! Hij wringt zich door de kleinste openingen. Een smalle rotsspleet of nauwe nestgang zijn geen obstakel voor de lundehond met zijn flexibele gewrichten. Zo kan hij bijvoorbeeld zijn kop zo ver naar achteren buigen dat hij zijn ruggengraat kan raken. Hij kan zelfs zijn oren volledig afsluiten om te voorkomen dat er vocht of vuiligheid in terechtkomt.
Wanneer mensen efficiëntere manieren vonden voor de jacht op de unieke vogels, daalde de interesse in de lundehund. Nadien kwam er ook nog eens een verbod op de jacht op papegaaiduikers en begon de regering belasting te innen voor het houden van deze hondjes. Gevolg: rond 1945 waren er wereldwijd nog maar zes exemplaren in leven.
Intussen gaat het alweer iets beter met de Noorse lundehondpopulatie, al blijft het een zeldzaam ras. De ludehund is zeker geen hond voor iedereen. Het is een primitief ras dat graag graaft en blaft. Door de beperkte genenpoel kent het ras verschillende gezondheidsproblemen.
4. Affenpinscher
Brutaal aapje
Het lijkt wel een ewok, zo’n fictief, harig wezentje uit de sciencefictionfilmreeks Star Wars. In werkelijkheid moeten we geen lichtjaren reizen om de bakermat van dit schepsel te bereiken, een paar uurtjes in de auto volstaan. De affenpinscher is immers afkomstig uit Duitsland. Affe betekent daar “aap”.
Al in de vijftiende eeuw schitterden deze apenhondjes op het doek. Misschien niet op het witte doek, zoals de ewoks, maar wel op het schilderdoek van kunstenaar Jan Van Eyck. Op een van zijn beroemdste werken is een klein, ruwharig hondje met een weelderige baard afgebeeld: hoogstwaarschijnlijk een affenpinscher. Als hij niet aan het poseren was voor wereldberoemde kunstschilders, was de affenpinscher ratten en muizen aan het vangen in stallen, graanschuren keukens en winkels.
De speelse, aapachtige oogjes van de affenpinscher verraden meer over zijn karakter: het is een grappig, levendig, brutaal, alert en nieuwsgierig hondje. Ondanks zijn prettige persoonlijkheid en handige formaat, is de affenpinscher een zeldzaam ras. Een pup scoren is niet simpel: de zoektocht verloopt moeizaam en er zijn lange wachtlijsten.
5. Pumi
Hongaarse herdershond
Het lijkt wel een kruising tussen een poedel en een koala. Maar één ding is zeker, de pumi is een pak actiever dan zijn Australische lookalike. Deze schaapsherder verrichte zwaar werk in zijn thuisland, Hongarije: hij verplaatste kuddes over smalle paadjes die de weilanden met elkaar verbonden. De pumi gaat al mee sinds de zeventiende of achttiende eeuw. Hij is ontstaan uit kruisingen van de puli, ook een Hongaars hondenras, met Duitse en Franse terriërs.
Onder zijn dikke, dubbele krullenvacht schuilt een tengere, atletische herdershond. Hij is slim, snel en behendig. Kortom: ideaal om verschillende hondensporten mee te beoefenen! Er leven meer dan tweeduizend exemplaren in Hongarije. Tegenwoordig kan je ook in andere landen een pumi aantreffen, al blijft die kans klein.
6. Basenji
De jodelende hond
‘Jodelahiti!’ Neen, de basenji komt niet uit Oostenrijk, maar uit de Democratische Republiek Congo. Zijn strottenhoofd heeft een bijzondere vorm waardoor hij niet kan blaffen. Toch is hij geen stille hond: hij kan wél jodelen. Hij produceert een bizar jodelachtig geluid. De basenji is een jachthond met een sterk ontwikkeld gezichtsvermogen en een al even straf reukorgaan. Hij raasde over de Afrikaanse graslanden aan snelheden tot 55 kilometer per uur. Zijn taak bestond eruit klein wild in netten te jagen. Vaak werkte hij dus op een bepaalde afstand van de jager, wat maakt dat hij onafhankelijk en vol zelfvertrouwen beslissingen moest maken. Vandaag is hij nog steeds een zelfstandige denker, waardoor de opvoeding een uitdaging kan zijn. Typerend voor het ras is een gerimpeld voorhoofd. Bij het ouder worden vervagen de rimpels. Wat ook opvalt, is zijn krulstaartje. Geen fan van eau de canine? De basenji heeft zo’n typisch hondengeurtje niet. Bovendien wast hij zichtzelf als een kat, verliest hij amper haren en zal hij zelden kwijlen. Een hygiënische hond!
7. Puli
Gigantische vloerzwabber
Bob Marley van hondenland! Verrassend genoeg liggen zijn roots in… Hongarije! Als puppy heeft de puli een krullende vacht. Op de leeftijd van 8 à 10 maanden begint zijn vacht samen te klitten tot dreadlocks. Daardoor heeft hij iets weg van een vloerzwabber op pootjes.
Ondanks zijn zware vacht is deze herdershond bijzonder behendig. Zijn dreadlocks beschermen hem tegen koude en aanvallen. De puli moest immers zijn kudde verdedigen tegen roofdieren. Een beet raakt vaak niet door zo’n dik pak dreadlocks. Bovendien biedt het kapsel van de puli bescherming tegen de kou. Er zijn ook nadelen aan verbonden. Als de dreadlocks nat worden, blijven ze lang vochtig. Ze kunnen dagenlang nat blijven. Zwemmen is niet zonder gevaar: de natte dreadlocks kunnen erg zwaar worden, waardoor de puli kan verdrinken! En die dreads moeten ook worden onderhouden. Als ze niet regelmatig gesplitst worden tot aan de wortels, kunnen meerdere dreadlocks samen vervilten tot één groot pak haar: dat is onaangenaam voor de hond.
Voor zijn gezin is de puli een lieve goedzak, maar tegenover mensen en dieren die geen deel uitmaken van zijn “roedel” kan hij argwanend uit de hoek komen.
8. Otterhound
Zeldzamer dan de reuzenpanda
De otterhound is een Brits hondenras dat – hoe kan het ook anders – gefokt werd voor de jacht op otters. In Groot-Brittannië werd er al in de middeleeuwen op otters gejaagd: er zijn verwijzingen naar deze jacht gevonden uit 1360. De otterhound zou al minstens sinds de vroege negentiende eeuw bestaan. Deze jachthond staat bekend om zijn sterk reukvermogen en al even straf uithoudingsvermogen. Hij zou twaalf uur lang ottersporen aan land kunnen volgen en vijf uur lang een spoor in het water al zwemmend achterna kunnen gaan. De otterhound is gemaakt om te zwemmen: zijn olieachtige, ruwe vacht is waterafstotend en hij heeft zwemvliezen tussen zijn tenen.
In 1978 werd de otter op de lijst met beschermde diersoorten geplaatst in Groot-Brittannië. Het waren de otterjagers die de autoriteiten op de hoogte brachten van de dramatisch gedaalde otterpopulatie. Ze stopten vrijwillig met jagen. Er waren op dat moment nog maar negen geregistreerde otterhoundmeutes.
De otterhound staat nu op de lijst met “kwetsbare inheemse hondenrassen” van de Britse kennelclub. In 2022 werden er slechts 30 nieuwe otterhounds geregistreerd bij de club. De otterhound is een van de meest bedreigde hondenrassen ter wereld: hij zou zeldzamer zijn dan de reuzenpanda. Ondanks zijn kleine genenpoel zou het wel een gezond ras zijn.
9. Curly-coated retriever
Labrador met een permanent?
Het lijkt wel een labrador die een permanent heeft laten zetten bij de kapper! De curly-coated retriever is een van de oudste retrieverrassen en toch ook een van de minst bekende. Hij staat een beetje in de schaduw van de ultrapopulaire labrador retriever en golden retriever. Er zijn ook weinig fokkers; de Koninklijke Belgian Retriever Club heeft geen fokkers van de curly-coated retriever in zijn ledenbestand. En in Nederland is er een rasvereniging, de Curly Coated Retriever Club Nederland, waarbij er vier fokkers zijn aangesloten.
De curly-coated retriever is stabiel, betrouwbaar, intelligent en (kind)vriendelijk. Hij heeft iets meer waak- en verdedigingsinstinct dan zijn retrieverneefjes. In een ver verleden moesten curly-coated retrievers immers het wild beschermen tegen stropers. In tegenstelling tot wat je misschien denkt, is de curly-coated retriever géén hypoallergeen ras. Hij ruit ongeveer twee keer per jaar.
10. Xoloitzquintle
Inspiratie voor Frida Kahlo
Zijn naam spreek je uit als “show-low-its-kwintle”. Probeer dat maar eens snel drie keer na elkaar uit te spreken. Een tongbreker van formaat! Daarom wordt dit beestje vaak de “xolo” of “Mexicaanse naakthond” genoemd. “Xoloitzquintle” is afgeleid van twee Azteekse woorden: Xolotl is de “God van de onderwereld” en itzquintle betekent “hond”. Kortom: “Hond van Xolotl”. Volkeren als de Maya’s, de Tolteken en de Azteken beschouwden Mexicaanse naakthonden als heilige beestjes die foute geesten uit het huis verdreverdreven. Ze werden soms samen met hun baasje begraven om diens ziel te begeleiden tijdens zijn laatste reis. Gelukkig waren het niet altijd “echte” honden die mee het graf in gingen: soms waren het slechts beeldjes van de xolo. Heilig hondje of niet: dde xoloitzquintle werd indertijd ook gefokt voor zijn vlees. Er gaat dus ook nog een tweede theorie de ronde: dat de beeldjes werden meegegeven als “voedsel” tijdens de laatste reis van de overledene. Xolovlees werd geserveerd bij speciale gelegenheden, zoals huwelijken en begrafenissen. Toen de Spaanse missionaris Bernadino de Sahagún in de zestiende eeuw het verre continent bereikte, beschreef hij hoe de Azteken deze hondjes in dekens wikkelden om zich ‘s nachts warm te houden. Een beetje als een warmwaterkruik. De naakte huid van de xolo is immers de perfecte warmtegeleider. Ook Frida Kahlo was verzot op de haarloze hondjes. Ze zijn op verschillende schilderijen van de Mexicaanse artieste te zien.
11. Azawakh
Antilopes achternajagen in de woestijn
Zijn voorouders waren Afrikaanse windhonden die duizenden jaren geleden in de Centrale Sahara leefden. Door de toenemende droogte van de woestijn migreerden deze honden mee met volkeren als de Toeareg naar de Sahel, naar het grensgebied tussen Mali en Niger. De afstammelingen van deze honden werden vernoemd naar de Azawakh-vallei. De azawakh beschermde de kampen van zijn nomadische eigenaars tegen indringers en ging mee op jacht. Hij ziet er misschien elegant en breekbaar uit, maar vergis je niet, de azawakh is een taaie, supersnelle jachthond die in de verschroeiende hitte van de woestijn prooien als antilopes, gazelles en hazen achternazat. Deze windhond is liefdevol tegenover zijn gezin, maar is gereserveerd naar vreemden toe. Hij houdt er niet van om te worden aangeraakt door mensen die hij niet kent. Gezien zijn verleden kan hij beschermend zijn over “zijn” mensen en erf.
12.Bedlingtonterriër
Eens wat anders dan een labradoodle
Een onschuldig schaap? Een pittige terriër zal je bedoelen! Dit schaapachtig hondje is afkomstig uit Bedlington, een voormalig mijnstadje in het noordoosten van Engeland. Daar werd het ras gefokt om ongedierte een kopje kleiner te maken. Ratten en muizen waren nog maar een aperitiefhapje voor deze onverschrokken kwispelmans. De bedlingtonterriër deed ook mee aan de jacht op otters, vossen en dassen: drie roofdieren met scherpe klauwen en tanden. Een hondje van amper 41 centimeter schofthoogte moest al serieus wat lef hebben om het tegen zulke “prooien” op te nemen. Daarnaast is deze krullenbol ook nog eens een zeer goede zwemmer, heeft hij een groot uithoudingsvermogen en is hij opvallend snel. De bedlingtonterriër heeft typische terriërtrekjes: hij is fel en slim en hij houdt van spelletjes. Kortom: een uitstekende keuze voor wie graag een hondensport wil beoefenen. Bovendien is hij ook nog eens hypoallergeen. Het is eens wat anders dan een labradoodle!
Maar opgepast: ondanks zijn snoezige looks is de bedlingtonterriër beslist géén mak lammetje!
13. Barzoi
Op de schoot bij de tsaar
Hij lijkt wel een buitenaards huisdier. Deze harige hond is niet weg gestapt uit een of ander sprookje, maar is een oud Russisch windhondenras. De borzoi is zo groot als een kleine pony. Hij was indertijd vooral een hond van de adel. Als hij niet aan de voeten van een tsaar of nobelman lag te soezen, rende hij wolven of hazen achterna tijdens de jacht.
Dat jachtinstinct zit vandaag nog steeds in zijn DNA. Spot hij met zijn scherpe blik in de verte beweging, dan is het bye, bye baasje en schiet hij ervandoor met snelheden tot 58 kilometer per uur. Toch heeft deze racekampioen geen superlange wandelingen nodig. Hij geniet van korte, krachtige inspanningen, zoals even full speed alles geven op een omheinde hondenweide. In huis is hij rustig. “Lui” is misschien een betere beschrijving. Hij vertoeft vooral in de buurt van de zetel, waarin hij in de meest onmogelijke houdingen ligt te lummelen.
Tegenover onbekenden is hij beleefd, maar gereserveerd. Het is een onafhankelijke denker, niet het type hond dat slaafs alle commando’s volgt. Een beetje zoals een kat. Een kat op hoge poten!