Jackrussellterriër

Het is een hond met een hoek af, in de positieve zin.

OORSPRONG

De jackrussellterriër is een van de bekendste jaagcompagnons uit de Engelse geschiedenis. Zijn oorspronkelijke taak? Vossen en andere kleine dieren uit hun ondergrondse holen jagen of ze eruit sleuren. Zo konden jagers de prooi die boven de grond kwam piepen afschieten.

Advertentie

Je moet het maar durven: zomaar je kop in een onbekend hol steken en de confrontatie aangaan met een dier dat z’n huis verdedigt. Een moedige hond, die jack russell! En wat hij ontbreekt aan grootte, maakt hij met zijn intelligentie meer dan goed. Deze terriër denkt voor zichzelf en is sluwer dan de vossen waar hij op jaagde.

Hoewel de jack russell niet bij het grote publiek bekend staat als een “heilig boontje” – hij heeft de reputatie ondeugend te zijn – begint zijn geschiedenis bij een geestelijke: de Britse dominee John Russell, “Jack” voor de vrienden. Om nog meer uit te blinken in zijn geliefde hobby – jagen – besluit de dominee om de ideale jachthond te “ontwerpen”. In 1819, tijdens zijn laatste jaar aan de universiteit in Oxford, loopt Russel zijn droomteef tegen het lijf bij een lokale melkboer. Hij koopt haar en doopt haar Trump. Het witte terriërteefje vormt de basis van zijn nieuwe ras.

Russell stelt het karakter van de honden voorop. Qua looks moeten zijn honden slechts aan twee dingen voldoen: de vacht moet overheersend wit zijn en op de kop dient een donkere vlek te zitten die beide oren en ogen bedekt.

De hondjes van de dominee worden snel populair. De dominee zelf gaat het minder goed voor de wind. Gebukt onder financiële moeilijkheden moet hij meermaals noodgedwongen al zijn honden verkopen. Wanneer dominee Russell in 1883 sterft, heeft hij slechts vier oude terriërs.

Pas zo’n twintig jaar na de dood van John “Jack” Russell, wordt zijn naam aan het ras verbonden. De nalatenschap van de dominee huppelt de 20ste eeuw in als de “parson jack russell terriër” (“parson” is “dominee” in het Engels). Na de Tweede Wereldoorlog wordt er steeds minder gejaagd. Daardoor slinkt de populatie van Russells viervoeters zienderogen. Honden worden niet zozeer meer gehouden voor de jacht, maar eerder als gezelschaps- of gezinshond. Er ontstaan twee types binnen Russells ras: de originele versie met lange poten en een kleinere uitvoering. Die laatste is waarschijnlijk het gevolg van kruisingen met Welsh corgi’s en andere kleine terriërrassen. De kleine hondjes worden pudding dogs, shortie jacks of russell terriërs genoemd. Hoewel beide varianten over heel de wereld gefokt worden en de meeste landen een rasvereniging oprichten voor de populaire terriërs, blijft de FCI (Fédération Cynologique Internationale) achter. Pas in 2001 wordt de parsonrussellterriër erkend als hondenras. De jackrussellterriër kan zijn bastaardstatus pas achter zich laten in 2003. Ein-de-lijk!

RASKENMERKEN

Zelfs mensen die niets van honden afweten, herkennen het hondje aan zijn kleine gestalte en overheersend witte kleur. Toch zijn er in ons land maar weinig raszuivere jackrussells. De meeste exemplaren zijn niet afkomstig van een erkende fokker die met stambomen kweekt, maar van boerderijen, maneges, particulieren met “oepsnestjes” of van broodfokkers. Daardoor is de raszuivere jack russell zeldzaam geworden.

Jack russells die geen stamboom hebben, worden onder liefhebbers van het ras ook weleens “jack hussells” genoemd. Deze hondjes zien er vaak ook een beetje anders uit dan een “echte” jack. Eén van de vereisten is dat de jack russell overheersend wit is. Black and tan of volledig bruine viervoeters vallen dus al uit de boot. Op internet worden vaak merle exemplaren of jack russells met “blauwe” of grijze aftekeningen aangeboden, maar deze hondjes worden geklasseerd onder de “jack hussell”.

Ook door naar de oren te kijken, kan je te weten komen of jouw trouwe vriend al dan niet aan de rasstandaard voldoet: een jack russell heeft half rechtopstaande oren, waarvan de punt in een mooi driehoekje naar beneden hangt.

Hoewel de jack russell maximum 30 centimeter groot is, heeft hij een stevig, gespierd lichaam. Zijn vacht kan kort, ruw of broken (iets tussen glad- en ruwharig) zijn.

Advertentie

KARAKTER

De jack russell is enig in zijn soort. Hij heeft een apart karakter dat niet iedereen weet te bekoren. Daar zit zijn verleden als vossenjager voor iets tussen. Vroeger kroop hij geregeld in een vossenhol, vandaag is hij dol op graven! Soms lijkt het alsof er in de tuin van jackrussellbaasjes een re-enactment van de Eerste Wereldoorlog plaatsvindt: jack russells slagen erin om heuse loopgraven te delven! En o wee als ze vanuit hun loopgravenstelsel een kat op de omheining van de tuin zien balanceren. Dan schreeuwen ze moord en brand! Jack russells kunnen nogal luidruchtig zijn. Zeker als er een indringer zich op hun territorium waagt. Elk excuus is goed om te blaffen. Daarbij produceren ze helaas serieus wat decibels. Als waakhond moet de jack russell dus zeker niet onderdoen voor grotere rassen.

Vandaag bezit de jack russell nog steeds een groot jachtinstinct. Een vos vangen zit er misschien niet meer in, maar als deze honden de kans krijgen een muis of rat te vangen, zullen ze die niet afslaan. Al beperkt het “jagen” zich bij de meeste exemplaren tot het vangen van een bal of frisbee. Jack russells zijn dol op apporteerspelletjes. Dat worden ze niet snel beu. Sterker nog, de meeste jacks zullen blijven doorgaan tot ze er letterlijk bij neervallen. Als baasje zal je dus geregeld aan de handrem moeten trekken verplichte rust opleggen. Eigenlijk vindt deze hond elk spelletje leuk: denkpuzzels, speurspelletjes, trouwtjetrek… vooral als zijn baasje meedoet! Hele dagen binnen zitten? Dat is niet aan de orde voor deze actieve hond. Het hoeft niet te verbazen dat jackies populair zijn bij “paardenmensen”. Op maneges hebben ze alles wat ze maar wensen: vrijheid, sociaal contact en vooral véél beweging!

Voor de buitenwereld lijken jack russells stoere honden. Hun baasjes weten beter: in werkelijkheid hebben ze een peperkoeken hartje. Jacks bouwen een erg sterke band op met hun baasje. Bezig in de keuken, aan het onderuitzakken in de zetel of onkruid aan het wieden? De jack russell wil erbij zijn en alles vanop de eerste rij meemaken. Een trouwere hond vind je niet makkelijk!

OPVOEDING

Deze eigenwijze hond kan je in één dag grijze haren bezorgen. Krijgt hij iets in zijn hoofd, dan is het moeilijk om hem nog op andere gedachten te brengen. Op zo’n momenten lijkt de jack russell selectief doof. Daardoor kan de training een hele uitdaging zijn. Aan zijn intelligentie zal het alvast niet liggen. Jack russells zijn erg slimme kereltjes: ze zijn heel snel zindelijk en kunnen al op jonge leeftijd een heleboel kunstjes aanleren.

Deze honden zijn speels en leergierig. In de training kan je gebruik maken van die karaktertrekken. Houd de trainingen uitdagend en probeer er een spelletje van te maken. Met de juiste aanpak is de opvoeding helemaal niet moeilijk en groeit de jack russell uit tot een enthousiaste en gehoorzame hond.

GEZONDHEID EN VERZORGING

Over het algemeen worden jack russells erg oud: kranige jackies van 17 jaar en ouder zijn geen uitzondering. Toch moet je extra aandachtig zijn voor de knieën. Trekt je jack soms tijdens het lopen een pootje weg? Dan heeft hij misschien patella luxatie. Dat is is een pijnlijke, erfelijke aandoening waarbij de knieschijf los komt te zitten en uit zijn normale positie kan schuiven. De aandoening komt zo vaak voor bij het ras dat in de volksmond zelfs gesproken wordt van “het jackrussell-huppeltje”.

Kortharige jacks verliezen veel haren. Werkelijk overal vind je hun korte, witte haartjes terug: in je kleren, op de sofa en zelfs in je soep! Vaak borstelen verergert het haarverlies, omdat de huid dan gestimuleerd wordt om nog meer vacht aan te maken. Af en toe de losse haren verwijderen met een borstel of een vochtige zeem volstaat. De ruwharige variant verliest minder haren, maar moet dan weer af en toe naar het trimsalon voor een plukbeurt.

LEVEN MET EEN JACK RUSSELL

Deze hond zal je geregeld in affronten doen vallen, hij zal luisteren wanneer hij daar zelf zin in heeft en exact het tegenovergestelde doen van wat je hem vraagt. Maar hij zal er ook altijd voor je zijn wanneer je het moeilijk hebt, hij zal je elke dag doen lachen en hij zal jou bewaken alsof zijn leven ervan af hangt. De jack russell zal naar jou opkijken. Letterlijk en figuurlijk. Zijn ogen zullen schitteren van bewondering, alsof je de coolste persoon op aarde bent. Hij zal het elke dag op een nogal aparte manier laten zien, maar de jack russell houdt van zijn baasje met heel zijn hondenhart. Hij is niet de gemakkelijkste en gehoorzaamste hond die er bestaat, maar als iets het waard is om je leven voor op zijn kop te zetten, dan is het wel voor de jack russell. Of zoals elk baasje het zal beamen: Once you go jack, you never go back!’

Kenmerken

Grootte: maximum 30 centimeter
Gewicht: 1 kg voor elke 5 cm schofthoogte
Een hondje van 25 cm weegt dus best 5 kg.
Levensverwachting: 15 – 17 jaar
Vachtverzorging: Afhankelijk van het vachttype
Karakter:
  • moedig
  • speels
  • avontuurlijk
  • aanhankelijk
  • vrolijk
Bewegingsbehoefte: matig tot veel
TEKST: Evi Maveau
FOTO’S: Hondenfotograaf.be
Winkelwagen
[profilepress-registration id="2"]
[profilepress-login id="2"]