OORSPRONG
De geschiedenis van de galgo begint rond 600 voor Christus, toen de Kelten zich vanuit Centraal-Europa verspreidden. Vermoedelijk namen ze hun slanke honden mee over de Pyreneeën naar het huidige Spanje, honden die hen hielpen bij de jacht op wild.
Eeuwen verstreken zonder dat we nog iets van deze jachthond vernamen. Pas in de tweede eeuw liet deze viervoeter voor het eerst zijn sporen na in de geschiedenis, meer bepaald in Kynēgetikos, een werk over jachthonden, geschreven door historicus en filosoof Flavius Arrianus. Daarin schreef hij over de “vertragus”, een oud Keltisch windhondenras, en de vermoedelijke voorloper van de galgo.
Tijdens de middeleeuwen bleef de galgo populair voor de hazenjacht op open vlakten. Hij werd geprezen om zijn scherpe zintuigen – een gevoelige neus en een uitstekend gezichtsvermogen – en zijn snelheid. Ook zijn wendbaarheid was een troef, aangezien hazen vaak plotseling van richting veranderen. De hazenjacht raakte in trek bij de aristocratie, waardoor de galgo nog meer aanzien verwierf. Er waren zelfs wetten die het doden of stelen van een galgo strafbaar stelden.
Dat deze Spaanse windhond vervlochten was met de cultuur, blijkt ook uit Spaanse spreekwoorden en gezegden. Bijvoorbeeld: “A galgo viejo, echadle liebre, no conejo.” Letterlijk vertaald: “Gebruik een oude galgo om op hazen te jagen, niet op konijnen.” Het is een uitdrukking die wordt gebruikt om aan te geven dat het beter is ervaren mensen in te zetten voor moeilijke taken of complexe uitdagingen.
“Galgo que va tras dos liebres, sin ninguna vuelve” vertaalt zich als: “Wanneer een galgo op twee hazen jaagt, zal hij zonder haas terugkeren.” Oftewel: “Focus je op één doel, anders loop je het risico geen enkel doel te behalen doordat je afgeleid raakt.”
“Cuando salta la liebre no hay galgo cojo” wil dan weer zeggen: “Wanneer de haas springt, is de galgo plots niet meer kreupel.” Dit verwijst naar het diep ingebakken jachtinstinct van deze windhond.
Je zou verwachten dat een hond met zo’n rijke geschiedenis in zijn thuisland op handen wordt gedragen. De realiteit is anders. Op het platteland wordt nog steeds gejaagd met galgo’s, maar voor sommige jagers is dierenwelzijn een vreemd begrip. Ze zien de galgo niet als een huisdier, maar als een gebruiksvoorwerp dat alleen maar nuttig is voor de jacht. Daardoor leven sommige galgo’s in schrijnende omstandigheden. Het begint al in de puppyperiode: beloftevolle puppy’s worden geselecteerd voor de jacht, pups met een mankementje of het “nestoverschot” wordt gedumpt. Degenen die de selectie halen, wacht vaak een hard leven. Ze leven in overbevolkte kooien. Tijdens trainingen worden ze soms vastgebonden aan een auto die hen voortsleurt als ze niet snel genoeg rennen. Slecht presterende galgo’s worden soms geschopt of geslagen.
Begin februari markeert het einde van het jachtseizoen en dat heeft elk jaar zware gevolgen voor veel galgo’s. Jagers maken dan opnieuw een selectie en dumpen of doden de honden die ze niet meer willen onderhouden tot het volgende jachtseizoen. Bijvoorbeeld honden die minder goed presteerden of volgens de jagers ‘te oud’ zijn (meestal rond 2 à 3 jaar). Deze galgo’s worden afgemaakt. De ‘gelukkigen’ worden op straat achtergelaten of afgestaan aan een rescueorganisatie. Niet elke jager zorgt slecht voor zijn dieren, maar naar schatting worden jaarlijks nog steeds duizenden honden gedumpt na het jachtseizoen. Om aandacht voor het leed van deze dieren te vragen, hebben dierenrechtenorganisaties 1 februari uitgeroepen tot Día del Galgo of World Galgo Day.
RASKENMERKEN
De Spaanse galgo is een opvallende verschijning. Zijn lichaam is gebouwd voor snelheid. Met een flexibele ruggengraat, een groot hart, een slank figuur, hoge poten en een gestroomlijnde bouw kan hij bijzonder snel rennen. Hij kan snelheden tot 60 kilometer per uur bereiken! Door zijn bijzondere lichaamsbouw kan de galgo niet volledig zitten: zijn achterwerk blijft altijd net boven de grond zweven.
De galgo lijkt sterk op zijn Engelse neef, de greyhound, maar er zijn verschillen. Zo is de galgo iets kleiner en lichter. In tegenstelling tot de greyhound bestaat de galgo in twee vachttypes: glad- en ruwharig. De ruwharige vacht biedt extra bescherming tegen huidverwondingen op het jachtterrein, bijvoorbeeld door stekelige struiken. De galgo komt voor in allerlei vachtkleuren en patronen: lichtbruin, brindle (met streepjespatroon), zwart, wit, kastanje, gelig, wit met vlekken, rood en kaneel. Alle kleuren zijn toegestaan volgens de rasstandaard.
Windhonden worden in het Engels ‘sighthounds’ genoemd, omdat ze jagen op zicht en snelheid. Brakken en andere hondenrassen gebruiken eerder hun reukzin en uithoudingsvermogen om een prooi te vangen.
Daarom heeft de Spaanse galgo een uitstekend gezichtsvermogen. Dankzij de positie van zijn ogen op het hoofd heeft hij een gezichtsveld van ongeveer 270 graden. Hij kan dus ook zien wat er achter hem gebeurt. Ter vergelijking: het gezichtsveld van een mens is ongeveer 140 graden.
KARAKTER
Zoals eerder vermeld, heeft de Spaanse galgo een groot hart – letterlijk én figuurlijk. Ondanks alles wat hem werd aangedaan, blijft hij een van de liefste hondenrassen ter wereld. Hij is een zachtaardige ziel, liefdevol en dankbaar tegenover zijn baasje. Deze hond heeft een neus voor comfort en gezelligheid. Je doet hem een groot plezier met zachte dekentjes en luxueuze kussens. Hoe fluffier, hoe liever! Noem hem gerust een sofaspecialist: de galgo inspecteert zorgvuldig elk ligplaatsje en slaagt er keer op keer in om het comfortabelste plekje in huis te veroveren. Dit betekent dat zijn baasje soms op een stoel moet gaan zitten, omdat er geen plaats meer is in de zetel!
De galgo besteedt het grootste deel van zijn dag aan siësta’s. Een groot misverstand is dat hij een zeer actieve hond is waarmee je iedere dag urenlange wandelingen moet maken. Ja, de galgo bewaart zijn energie voor buitenshuis, maar hij is luier dan je zou denken. Met korte wandelingen en af en toe voluit gaan op de losloopweide zijn veel galgo’s al tevreden. Al zijn er uiteraard ook galgo’s die graag mee gaan joggen of genieten van lange wandelingen. Eigenlijk zijn het makkelijke honden: ze zijn flexibel en leven op hetzelfde tempo als hun baasje. Zolang ze maar vaak genoeg de kans krijgen om hun pootjes eens aan topsnelheid te kunnen strekken!
Nadat hij weer eens goed heeft kunnen rennen, is het alweer tijd voor een siësta. Omdat hij zo rustig is in huis, kan de galgo gerust op een appartement worden gehouden. Over het algemeen blaffen galgo’s relatief weinig.
Verschillende adoptieorganisaties stellen minimumvereisten aan de omheining van de tuin van potentiële adoptanten, bijvoorbeeld een minimale hoogte van 1,6 meter. Tijdens een huisbezoek kan dat worden nagekeken. Hoe lui een galgo in huis ook kan zijn, zodra hij een eekhoorn of een kat ziet, kan hij plots als een raket doorheen de tuin schieten en hoger springen dan je zou verwachten. Daarom wordt het afgeraden om een galgo los te laten tijdens het wandelen. Veel galgo’s hebben immers nog een groot jachtinstinct.
OPVOEDING
Een galgo die ter adoptie staat, is zelden een ongeschreven blad. Veel galgo’s dragen een rugzakje vol onaangename ervaringen met zich mee. Sommigen werden mishandeld, verwaarloosd, moesten zichzelf in leven houden op straat of verbleven lange tijd in een dierenasiel. Een leven in een huis is hen vreemd. Daarom heeft de galgo voldoende tijd nodig om te wennen aan zijn nieuwe gezin. Het is een gevoelige hond. Hij gedijt niet goed in gezinnen waarin er vaak spanning heerst of conflicten zijn. Van harde stemmen kan hij volledig dichtklappen – iets om zeker rekening mee te houden. Met veel liefde en geduld zal je zijn vertrouwen winnen.
De meeste galgo’s die rechtstreeks uit Spanje komen, kennen nog niets van het leven in een huis. Ze zijn nog niet zindelijk, hebben nog nooit aan een leiband gelopen, kunnen niet alleen thuisblijven en kennen geen enkel basiscommando. Wees dus bereid om vanaf nul te beginnen. Gaandeweg merk je misschien problemen op, bijvoorbeeld dat je galgo bang is voor mannen. Met een begripvolle opvoeding kom je al een heel eind. Kom je er toch niet alleen uit, aarzel dan niet om een gedragstrainer in te schakelen.
Een hardnekkig misverstand is dat alle galgo’s zielige, angstige kneusjes zijn waar je geen plezier aan beleeft. Niets is minder waar! Een galgo zonder nare ervaringen is een vrolijke viervoeter: opgewekt gezelschap in huis. Zelfs getraumatiseerde galgo’s kunnen openbloeien tot vrolijke, enthousiaste honden wanneer ze in een gezin leven en liefde krijgen.
GEZONDHEID EN VERZORGING
In zuidelijke landen kan de zandvlieg leishmania overdragen op honden. Leishmania is een parasiet die leishmaniasis veroorzaakt, een complexe infectieziekte met een onvoorspelbaar verloop. De ene hond wordt enkele weken na de infectie ziek, terwijl de andere er heel zijn leven lang mee rondloopt zonder er iets van te merken. De parasiet kan zich inkapselen in de lever, milt, lymfeklieren of het beenmerg. Een hond kan dus nu negatief testen op leishmania, maar vele jaren later alsnog symptomen ontwikkelen wanneer de parasiet actief wordt. Symptomen zijn onder andere kale plekken, gewrichtsklachten, gewichtsverlies, oogontstekingen en diarree. Medicijnen kunnen de symptomen onder controle houden.
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Er zijn preventieve middelen tegen leishmania, zoals pipetjes die op de hals worden aangebracht of speciale halsbanden. Preventie is absoluut noodzakelijk als je naar het zuiden reist.
De galgo is een relatief gezond hondenras. De gemiddelde levensverwachting bedraagt 12 tot 14 jaar, een mooie leeftijd voor een hond van zijn formaat. Een aandachtspunt is het gebrek aan een ondervacht en onderhuids vetweefsel. Daardoor zijn galgo’s echte koukleumen. In de winter hebben ze een jasje nodig.
LEVEN MET EEN SPAANSE GALGO
Wie een galgo adopteert, haalt het Spaanse zonnetje in huis. Met zo’n opgewekte, liefdevolle hond aan je zijde kun je zelf ook niet anders dan stralen. Heb je nog plaats in je hart en op je zetel voor een galgo? Dan krijg je daar onvoorwaardelijke dankbaarheid en vriendschap voor terug!



